15. demande à la haute représentante de l'Unio
n pour les affaires étrangères et la politique de sécurité et aux États membres d'œuvrer en faveur de l'établissement d'une position commune ferme de l'Union européenne
concernant la suite donnée au rapport de la mission d'enquête sur le conflit à Gaza et dans le sud d'Israël, demandant expressément la mise en œuvre de ses recommandations et des responsabilités pour toutes les violations du droit international, y compris les cas allégués de crimes de guerre, et exhortant les deux parties à
...[+++] mener des enquêtes qui satisfassent aux normes internationales d'indépendance, d'impartialité, de transparence, de rapidité et d'efficacité, conformément à la résolution A/64/L.11 de l'Assemblée générale des Nations unies, et exigeant que toutes les personnes accusées d'avoir commis des crimes soient tenues de rendre des comptes; considère que les investigations menées jusqu'à présent des deux côtés ne satisfont pas ces exigences; 15. verzoekt de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid én de lidstaten te werken aan een stevig gemeenschappelijk standpunt ten aanzien van de follow-up van het verslag van de fact fi
nding missie betreffende het conflict in Gaza en het Zuiden van Israël, door in het openbaar aan te dringen op de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen daarin en het afleggen van verantwoording voor alle schendingen van het internationaal recht, waaronder gevallen van vermeende oorlogsmisdaden, en door beide partijen aan te sporen onderzoeken in te stellen die voldoen aan de internationale normen van onafhankelijkheid,
...[+++]onpartijdigheid, transparantie, snelheid en doeltreffendheid, overeenkomstig resolutie A/64/L.11 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, en alle personen die voor de vermeende misdaden verantwoordelijk zijn rekenschap te laten afleggen; is van oordeel dat de tot nu toe door beide partijen gestarte onderzoeken op dit punt onbevredigend zijn;