Art. 15. Voor de berekening van het uitgestel
de pensioen van een persoon die zijn ambt heeft neergelegd voordat de personeelscategorie waartoe hij het laatst behoorde is overgegaan naar de politiediensten, evenals voor de berekening van het overlevingspensioen van zijn rechthebbende, wordt rekening gehouden met de wedden en
weddenbijslagen die deze persoon genoot overeenkomstig de bezoldigingsregeling die van toepassing was op voornoemde personeelscategorie, rekening houdend met de wijzigingen die deze regeling zou hebben ondergaan o
...[+++]f zou ondergaan.