A
insi que le fait remarquer M. Van den Bossche, ministre de l'Intérieur, le Service de la sécurité nucléaire du ministère de la Justice est compétent, en application des dispositions de la loi du 4 août 1955 concernant
la sûreté de l'État dans le domaine de l'énergie nucléaire et de son arrêté royal d'exécution du 14 mars 1956, pour traiter des trafics illicites de matières nucléaires (à savoir le plutonium, l'uranium et le thorium) et les dénoncer aux
...[+++] autorités judiciaires.
Zoals de heer Van den Bossche, minister van Binnenlandse Zaken, het benadrukt, is de dienst voor Veiligheid inzake kernenergie van het ministerie van Justitie inderdaad, met toepassing van de beschikkingen van de wet van 4 augustus 1955 betreffende de Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie en van zijn uitvoeringsbesluit (koninklijk besluit van 14 maart 1956), bevoegd om illegaal vervoer van kernmateriaal te behandelen (te weten plutonium, uranium en thorium) en het aan te klagen bij de rechterlijke overheden.