L'étranger qui introduit une demande de regroupement familial doit produire la preuve de son lien de parenté, d'alliance ou de partenariat avec l'étranger qu'il rejoint ou qu'il accompagne, que la demande soit fondée sur l'article 10, 10bis, 40bis ou 40ter, de la loi du 15 décembre 1980.
De vreemdeling die een verzoek tot gezinshereniging indient op basis van artikel 10, 10bis, 40bis of 40ter van de wet van 15 december 1980 moet het bewijs van zijn bloed- of aanverwantschapsband of partnerschap met de vreemdeling bij wie hij zich voegt of die hij begeleidt, voorleggen.