À l'époque, les francophones demandaient un assouplissement radical des examens linguistiques et la nomination de vingt-cinq juges unilingues « de complément » et de dix-sept magistrats de parquet hors cadre.
De Franstaligen waren toen eisende partij voor een drastische versoepeling van de taalexamens en voor de benoeming van vijfentwintig eentalige « toegevoegde » rechters en van zeventien parketmagistraten buiten kader.