Au Danemark, cette question est réglée par la loi du 18 mai 1977, qui a été modifiée le 1 novembre 1978 et qui accorde le droit de vote et d'éligibilité aux ressortissants finlandais, islandais, norvégiens et suédois, pour autant qu'ils aient résidé au Danemark de manière ininterrompue pendant les trois années précédant l'élection et qu'ils n'aient pas été déclarés incapables.
In Denemarken werd de kwestie geregeld door de wet van 18 mei 1977, gewijzigd op 1 november 1978. Hier wordt stemrecht toegekend aan de onderdanen van Finland, IJsland, Noorwegen en Zweden zowel voor het kiesrecht als voor de verkiesbaarheid, voorzover ze in de laatste drie jaar voor de verkiezing onafgebroken in Denemarken verbleven en ze niet wettelijk onbevoegd verklaard zijn.