La deuxième phrase de l'article 24bis de la loi sur les faillites, insérée par la loi du 20 juillet 2006, dispose en effet que « lorsque la sûreté personnelle n'est pas totalement déchargée de son obligation par le tribunal, les créanciers recouvrent le droit d'exercer individuellement leur action sur ses biens ».
De tweede zin van artikel 24bis van de faillissementswet, zoals ingevoegd bij wet van 20 juli 2006, bepaalt namelijk dat « wanneer de persoonlijke borg door de rechtbank niet volledig van zijn verplichting is ontslagen, de schuldeisers [.] opnieuw het recht [verkrijgen] om individueel een vordering op zijn goederen in te stellen ».