Art. 130 bis. Les délais, mentionnés aux articles 129 et 130, sont suspendus pendant la période lors de laquelle un recours d'annulation de l'autorisation de lotir est pendant auprès du Conseil d'Etat, sauf dans les cas dans lesquels les travaux autorisés son contradictoires d'un plan d'exécution territorial entré en vigueur avant la décision définitive du Conseil d'Etat, sans préjudice du droit éventuel des dégâts résultant du plan en application de l'article 84.
Art. 130bis . De termijnen, vermeld in artikel 129 en 130, worden geschorst gedurende de periode waarbinnen een beroep tot vernietiging van de verkavelingsvergunning bij de Raad van State aanhangig is, behoudens in die gevallen waarin de vergunde verkaveling in strijd is met een voor de datum van de definitieve uitspraak van de Raad van State van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan, onverminderd het eventuele recht op planschade met toepassing van artikel 84.