Art. 152 (1) : Quiconque affirme des faits non-conformes à la vérité et porte par là même préjudice à autrui ou compromet sa réputation, son activité ou sa carrière professionnelle, est passible d'une peine d'emprisonnement de six mois maximum ou d'une amende de 360 jours-amendes maximum.
(1) Wie onjuiste beweringen doet en daarmee de reputatie, de broodwinning of de beroepscarrière van een ander schaadt of in gevaar brengt, wordt bestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of met een boete van ten hoogste 360 dagen loon.