Art. 16. § 1. Dans le courant du mois de mars de la septième année suivant l'exercice d'imposition visé à l'article 13, le Service Public Fédéral Finances transmet à la région concernée le décompte définitif relatif au montant total des augmentations générales d'impôt et des centimes additionnels calculés jusqu'au terme du délai d'imposition visé à l'article 354, alinéa 2, du Code des impôts sur les revenus 1992.
Art. 16. § 1. In de loop van de maand maart van het zevende jaar volgend op het aanslagjaar als bepaald in artikel 13, maakt de Federale Overheidsdienst Financiën een definitieve afrekening over aan het betreffende gewest aangaande het totale bedrag van de algemene belastingvermeerderingen en de opcentiemen berekend tot aan het einde van de aanslagtermijn bepaald in artikel 354, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.