1. Lorsqu'un État membre a des raisons de soupçonner, à la suite de nouvelles informations ou d'une réévaluation des informations existantes, qu'un contaminant contenu dans des denrées alimentaires, même s'il est conforme au présent règlement ou aux règlements spécifiques adoptés en vertu de celui-ci, constitue un risque sanitaire, il peut suspendre ou restreindre temporairement l'application des dispositions en question sur son territoire.
1. Indien een Lid-Staat, op basis van nieuwe gegevens of wegens een nieuwe beoordeling van bestaande gegevens, grond heeft om te vermoeden dat een verontreiniging in levensmiddelen, ofschoon voldaan is aan de bepalingen van deze verordening of van krachtens deze verordening vastgestelde specifieke verordeningen, een gezondheidsrisico oplevert, kan deze Lid-Staat de toepassing van de betrokken bepalingen op zijn grondgebied tijdelijk schorsen of beperken.