A toute personne qui, à l'expiration du délai fixé par la CBF, reste en défaut de se conformer à une injonction de suspension ou de retrait qui lui a été adressée en vertu de l'alinéa 2, la CBF peut infliger une astreinte qui ne peut être, par jour calendrier, supérieure à 50.000 euros, ni, pour la méconnaissance d'une même injonction de suspension ou de retrait, supérieure à 2.500.000 euros.
De CBF kan eenieder die in gebreke blijft zich binnen de door de CBF bepaalde termijn te voegen naar een hem krachtens het tweede lid bevolen opschorting of intrekking, een dwangsom opleggen die, per kalenderdag niet meer mag bedragen dan 50.000 euro, noch meer dan 2.500.000 euro voor de miskenning van éénzelfde bevel tot opschorting of intrekking.