Art. 14. La Commission paritaire de la batellerie examine annuellement, le plus tôt possible après le 1 janvier, si le « Fonds pour la navigation rhénane et intérieure » dispose encore d'un capital suffisant en réserve pour pouvoir satisfaire à ses obligations normales pendant l'année civile commencée.
Art. 14. Het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart onderzoekt jaarlijks, zo vlug mogelijk na 1 januari, of het « Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart » nog voldoende kapitaal in reserve heeft om zijn normale verplichtingen tijdens het begonnen kalenderjaar te kunnen nakomen.