2. La période d'assurance visée au paragraphe 1 du présent article, sur la base de laquelle l'organisme d'un des États contractants n'octroie pas de prestations, est prise en considération par l'organisme de l'autre État contractant en vue de l'ouverture, du maintien ou du recouvrement du droit à la prestation, ainsi que pour la fixation de son montant, comme si cette période d'assurance avait été accomplie conformément à la législation qu'il applique.
2. Het in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde verzekeringstijdvak op basis waarvan het orgaan van een van de overeenkomstsluitende Staten geen prestaties toekent, wordt in aanmerking genomen door het orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat met het oog op de opening, het behoud of het herstel van het recht op de prestatie, evenals voor de vaststelling van het bedrag ervan, als zou dit verzekeringstijdvak vervuld zijn geweest overeenkomstig de wetgeving die het toepast.