Vertaling van "avait déjà souligné le problème des armes légères devrait faire " (Frans → Nederlands) :

M. François-Xavier, principal sponsor de cette résolution, a fait observer lors de la présentation de cette résolution aux membres de la Commission économique à laquelle ce texte avait été renvoyé pour examen que l'OSCE dans un document de novembre 2000 avait déjà souligné le problème des armes légères devrait faire partie intégrante de l'action plus générale de l'OSCE en matière d'alerte rapide, de prévention des conflits, de gestion des crises et de relèvement après un conflit.
Tijdens zijn uiteenzetting over de resolutie voor de leden van de commissie Economische Zaken, waaraan de tekst ter bespreking was voorgelegd, merkte hoofdindiener François-Xavier de Donnea op dat de OVSE in een document van november 2000 reeds stelde dat het vraagstuk van de lichte wapens in het ruimere kader van het OVSE-optreden inzake snelle alarmering, conflictpreventie, crisisbeheersing en wederopbouw in de postconflictfase ingebed moest worden.

4. Rappelant que le Document de l'OSCE sur les ALPC de novembre 2000 souligne que le problème des armes légères devrait faire partie intégrante de l'action plus générale de l'OSCE en matière d'alerte rapide, de prévention des conflits, de gestion des crises et de relèvement après un conflit,
4. Recalling that the OSCE Document of November 2000 on SALW stresses that the small arms problem should form an integral part of the more general OSCE action in terms of early warning, conflict prevention, crisis management and post-conflict reconstruction,

85. souligne l'importance d'une bonne coopération entre l'Union européenne et l'Union africaine, conformément aux engagements pris dans le cadre du partenariat "paix et sécurité" de la stratégie UE-Afrique ; estime que l’Union européenne devrait, dans la mesure du possible, soutenir l’Union africaine, notamment sur les théâtres d’opérations où cette dernière est, comme en Somalie, la seule organisation sur le terrain ; invite l'Union africaine à s'efforcer de développer les capacités africaines de réponse aux crises et à utiliser plus efficacement l'aide financière consentie par les partenaires internationaux ; invite la Commission et les États membres à porter une attention particulière au problème de la prolifération incontrôlée des armes légères et de petit calibre , en Afrique notamment, et, à cet égard, à insister sur le respect par tous les États membres des règles applicables aux armes dans les zones de crise ;
85. benadrukt het belang van een goede samenwerking tussen de Europese Unie en de Afrikaanse Unie, overeenkomstig de verbintenissen aangegaan in het kader van het partnerschap inzake vrede en veiligheid van de EU-Afrikastrategie; is van mening dat de Europese Unie de Afrikaanse Unie zo veel mogelijk moet ondersteunen, in het bijzonder op de strijdtonelen waar de Afrikaanse Unie de enige organisatie ter plaatse is, zoals in Somalië, en verzoekt de Afrikaanse Unie ernaar te streven Afrika's crisisresponscapaciteit te ontwikkelen en ervoor te zorgen dat efficiënter gebruik wordt gemaakt van de bijstand van internationale partners; verzoekt de Commissie en de lidstaten bijzondere aandacht te besteden aan het probleem van de ongecontroleerde verspreiding van kleine en lichte wapens, met name in Afrika, en in deze context te benadrukken dat alle lidstaten de bestaande wapenregelgeving in crisisgebieden moeten naleven;

86. souligne l'importance d'une bonne coopération entre l'Union européenne et l'Union africaine, conformément aux engagements pris dans le cadre du partenariat «paix et sécurité» de la stratégie UE-Afrique; estime que l'Union européenne devrait, dans la mesure du possible, soutenir l'Union africaine, notamment sur les théâtres d'opérations où cette dernière est, comme en Somalie, la seule organisation sur le terrain; invite l'Union africaine à s'efforcer de développer les capacités africaines de réponse aux crises et à utiliser plus efficacement l'aide financière consentie par les partenaires internationaux; invite la Commission et les États membres à porter une attention particulière au problème de la prolifération incontrôlée des armes légères et de petit calibre, en Afrique notamment, et, à cet égard, à insister sur le respect par tous les États membres des règles applicables aux armes dans les zones de crise;
86. benadrukt het belang van een goede samenwerking tussen de Europese Unie en de Afrikaanse Unie, overeenkomstig de verbintenissen aangegaan in het kader van het partnerschap inzake vrede en veiligheid van de EU-Afrikastrategie; is van mening dat de Europese Unie de Afrikaanse Unie zo veel mogelijk moet ondersteunen, in het bijzonder op de strijdtonelen waar de Afrikaanse Unie de enige organisatie ter plaatse is, zoals in Somalië, en verzoekt de Afrikaanse Unie ernaar te streven Afrika's crisisresponscapaciteit te ontwikkelen en ervoor te zorgen dat efficiënter gebruik wordt gemaakt van de bijstand van internationale partners; verzoekt de Commissie en de lidstaten bijzondere aandacht te besteden aan het probleem van de ongecontroleerde verspreiding van kleine en lichte wapens, met name in Afrika, en in deze context te benadrukken dat alle lidstaten de bestaande wapenregelgeving in crisisgebieden moeten naleven;

27. réaffirme son opinion selon laquelle il est temps pour les partenaires transatlantiques – y compris les États-Unis – de prendre l'initiative au niveau mondial en matière de mise en œuvre, d'amélioration et d'établissement de plusieurs traités internationaux qui ont été placés en tête du programme des négociations des Nations unies en ce qui concerne la réduction ou l'interdiction de certains types d'armes conventionnelles; souligne que ces traités prévoient notamment la pleine mise en œuvre du programme d'action des Nations unies sur les armes légères et le traité mondial sur les transferts d'armes, l'initiative norvégienne en vue de l'interdiction internationale des bombes à sous-munitions et le traité mondial d'interdiction des mines terrestres (y compris l'extension de ce traité à tous les types de mines, tant antipersonnel qu'antichars); rappelle sa position selon laquelle l'interdiction de l'utilisation de phosphore blanc et d'uranium appauvri devrait faire partie intégrante de la "convention sur certaines armes classiques";
27. herhaalt zijn opvatting dat het tijd is dat de transatlantische partners - inclusief de VS - mondiaal de leiding nemen bij de tenuitvoerlegging, verbetering en totstandbrenging van meerdere internationale verdragen die hoog op de onderhandelingsagenda van de VN zijn gezet betreffende het toezicht op het verbod op specifieke soorten conventionele wapens; wijst erop dat dergelijke verdragen onfder andere betrekking hebben op de volledige uitvoering van het VN-Actieprogramma inzake handvuurwapens en lichte wapens, en het Mondiale verdrag inzake de overbrenging van wapens; het Noorse, door een aantal landen gesteunde initiatief voor een verbod op cluster-submunitie en het Wereldwijde verdrag voor de uitbanning van landmijnen (waaronder de uitbreiding van het toepassingsgebied van dit verdrag tot alle soorten mijnen, zowel AP- als AT-types); herhaalt zijn standpunt dat de uitbanning van het gebruik van witte fosfor en verarmd uranium integraal deel moet gaan uitmaken van het verdrag inzake de zogenoemde conventionele wapens;

19. réaffirme son opinion selon laquelle il est temps pour les partenaires transatlantiques – y compris les États-Unis – de prendre l'initiative au niveau mondial en matière de mise en œuvre, d'amélioration et d'établissement de plusieurs traités internationaux qui ont été placés en tête du programme des négociations des Nations unies en ce qui concerne la réduction ou l'interdiction de certains types d'armes conventionnelles; souligne que ces traités prévoient notamment la pleine mise en œuvre du programme d'action des Nations unies sur les armes légères et le traité mondial sur les transferts d'armes, l'initiative norvégienne en vue de l'interdiction des munitions des bombes à fragmentation et le traité mondial d'interdiction des mines terrestres (y compris l'extension de ce traité à tous les types de mines, tant antipersonnel qu'antichars); rappelle sa position selon laquelle l'interdiction de l'utilisation de phosphore blanc et d'uranium appauvri devrait faire partie intégrante de la «convention sur certaines armes classiques»;
19. herhaalt zijn standpunt dat voor de trans-Atlantische partners, met inbegrip van de VS, de tijd is gekomen op wereldniveau de leiding te nemen bij de uitvoering, verbetering en vaststelling van diverse internationale verdragen die een hoge plaats hebben gekregen op de VN-onderhandelingsagenda voor het controleren of verbieden van specifieke soorten conventionele wapens; wijst erop dat zulke verdragen ook betrekking hebben op de volledige uitvoering van het VN-actieprogramma inzake kleine en lichte wapens en het Mondiale verdrag inzake de overbrenging van wapens; het Noorse, door een aantal landen gesteunde initiatief voor een verbod op cluster-submunitie en het Wereldwijde verdrag voor de uitbanning van landmijnen (waaronder de uitbreiding van het toepassingsgebied van dit verdrag tot alle soorten mijnen, zowel AP- als AT-types); herhaalt zijn standpunt dat de uitbanning van het gebruik van witte fosfor en verarmd uranium integraal deel moet gaan uitmaken van het verdrag inzake de zogenoemde conventionele wapens;