Dès lors, ce point de départ n'apporte pas une restriction disproportionnée au droit de la défense des destinataires contrairement à l'amendement nº 2 qui prévoyait qu'il débutait « à partir de la remise de l'envoi recommandé aux services de la poste contre récépissé de l'envoi recommandé avec accusé de réception ».
Dit vertrekpunt brengt dus geen buitensporige beperking van het recht op verdediging van de geadresseerden met zich mee, in tegenstelling tot amendement nr. 2, dat de termijn wil doen aanvangen « vanaf de afgifte van de aangetekende brief met ontvangstbevestiging bij de post tegen ontvangstbewijs ».