Ainsi, la composition de l'assemblée générale au 31 décembre 2001 était la suivante: assemblées municipales: 40 %, députations provinciales: 27 %, déposants de la caisse: 23 %, établissements d'intérêt social et culturel: 5 %, salariés de la caisse: 5 %.
Zo was bijvoorbeeld de algemene vergadering op 31 december 2001 als volgt samengesteld: gemeenteraadsleden: 40 % van de zetels; leden van de provinciebesturen: 27 %; vertegenwoordigers van de inleggers: 23 %; vertegenwoordigers van instellingen van sociaal en cultureel belang: 5 %; werknemersvertegenwoordigers: 5 %.