Traduction de «arbre à aiguilles » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

arbre résineux [ arbre à aiguilles | conifère | pin | sapin ]
naaldboom [ conifeer | den | harsboom | pijnboom | spar ]

container à aiguilles
naaldcontainer

arbre à basse tige
laagstammige boom

aiguille de filière(B) | arbre creux(F)
holle regelpen

arbre commandé | arbre conduit | arbre de sortie | arbre entraîné | arbre mené | arbre récepteur | arbre secondaire
gedreven as | secundaire as

arbre à cardan longitudinal | arbre à cardan, - de transmission | arbre de couche | arbre de roue | arbre de transmission | arbre de transmission longitudinal
cardanas

Contact avec aiguille à usage médical [aiguille hypodermique]
contact met injectienaald

arbre
boom

arbre feuillu [ chêne | eucalyptus | feuillu | hêtre ]
loofboom [ beuk | eik | eucalyptus ]

arbre de transmission à cardans
transmissieas met cardanoverbrenging

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Fraction de la biomasse correspondant aux déchets et résidus provenant de la sylviculture et de la filière bois, c'est-à-dire les écorces, branches, produits des éclaircies précommerciales, feuilles, aiguilles, cimes d'arbres, sciures de bois, éclats de coupe, la liqueur noire, la liqueur brune, les boues de fibre, la lignine et le tallol.
Biomassafractie van afvalstoffen en residuen uit de bosbouw en de houtsector, zoals schors, takken, precommercieel dunningshout, bladeren, naalden, boomkruinen, zaagsel, houtkrullen/spaanders, zwart residuloog, bruin residuloog, vezelslib, lignine en tallolie.

(o) Fraction de la biomasse correspondant aux déchets et résidus provenant de la sylviculture et de la filière bois, c'est-à-dire les écorces, branches, produits des éclaircies précommerciales, feuilles, aiguilles, cimes d'arbres, sciures de bois, éclats de coupe, la liqueur noire, la liqueur brune, les boues de fibre, la lignine et le tallol.
(o) Biomassafractie van afvalstoffen en residuen uit de bosbouw en de houtsector, zoals schors, takken, precommercieel dunningshout, bladeren, naalden, boomkruinen, zaagsel, houtkrullen/spaanders, zwart residuloog, bruin residuloog, vezelslib, lignine en tallolie.

o)Fraction de la biomasse correspondant aux déchets et résidus provenant de la sylviculture et de la filière bois, c'est-à-dire les écorces, branches, produits des éclaircies précommerciales, feuilles, aiguilles, cimes d'arbres, sciures de bois, éclats de coupe, la liqueur noire, la liqueur brune, les boues de fibre, la lignine et le tallol.
o)Biomassafractie van afvalstoffen en residuen uit de bosbouw en de houtsector, zoals schors, takken, precommercieel dunningshout, bladeren, naalden, boomkruinen, zaagsel, houtkrullen/spaanders, zwart residuloog, bruin residuloog, vezelslib, lignine en tallolie.

Suivant la procédure d’échantillonnage foliaire, il est prélevé sur chaque arbre plusieurs branches [cinq branches aussi petites que possible, mais présentant au moins les aiguilles de l’année (aiguilles A) et de l’année précédente (aiguilles A+1)] situées dans la portion de la partie supérieure de la couronne qui est exposée au soleil.
Net als in het geval van de bladbemonsteringsprocedure worden van elke boom vijf takken (zo klein mogelijk, maar ten minste voorzien van naalden van het lopende jaar („C”-naalden) en van het daaraan voorafgaande jaar („C + 1”-naalden)) afgesneden uit een aan de zon blootgesteld deel van de bovenkant van de kroon.

les arbres retenus pour l’échantillonnage et l’analyse des feuilles/aiguilles ne doivent pas être sélectionnés.
worden geen bomen gebruikt die voor de bemonstering en analyse van bladeren of naalden zijn geselecteerd.

Pour les principales essences, il est prélevé sur chaque arbre cinq branches (aussi petites que possibles, mais présentant des feuilles à tous les stades de développement) situées dans la partie du tiers supérieur de la couronne qui est exposée au soleil, simultanément à l’échantillonnage foliaire bisannuel destiné à l’analyse de la composition chimique des aiguilles et des feuilles ou, si possible, suivant la phénologie locale des symptômes.
Voor de belangrijkste boomsoorten worden van elke boom vijf takken (zo klein mogelijk, maar zo dat alle bladleeftijdsklassen vertegenwoordigd zijn) afgesneden uit een aan de zon blootgesteld deel van het bovenste derde van de kroon, hetzij tegelijk met de tweejaarlijkse bemonstering met het oog op de chemische analyse van de bladeren en naalden, hetzij — voor zover mogelijk — op een tijdstip dat is afgestemd op de plaatselijke fenologische verschijnselen.