La présente décision-cadre est cohérente avec son article 4 b) qui donne obligation aux Etats de faire montre de vigilance et de traduire en justice les organisations qui propagent des idées reposant sur la notion de supériorité raciale ou la haine, se livrent à des actes de violence ou appellent à commettre de tels actes.
Onderhavig kaderbesluit strookt met artikel 4, letter b) van genoemd verdrag, waarin de staten worden verplicht waakzaam te zijn en gerechtelijke vervolging in te stellen jegens organisaties die op de superioriteit van een bepaald ras of op rassenhaat gebaseerde denkbeelden verbreiden , zich schuldig maken aan gewelddaden of hiertoe aanzetten.