Vertaling van "août 1996 permet " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors de l'exécution de leur travail
Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

L'article 6bis des lois coordonnées sur le Conseil d'État, introduit par la loi du 4 août 1996 permet, enfin, à chacune des branches des pouvoirs législatifs, fédéral, communautaires et régionaux de demander au bureau de coordination de coordonner, de codifier ou de simplifier la législation qu'ils lui désignent.
Artikel 6bis van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd door de wet van 4 augustus 1996, staat ten slotte elke tak van de wetgevende, federale, gemeenschaps- en gewestelijke machten toe om aan het coördinatiebureau te vragen om de wetgeving die zij aanwijzen te coördineren, te codificeren of te vereenvoudigen.

L'article 6bis des lois coordonnées sur le Conseil d'État, introduit par la loi du 4 août 1996 permet, enfin, à chacune des branches des pouvoirs législatifs, fédéral, communautaires et régionaux de demander au bureau de coordination de coordonner, de codifier ou de simplifier la législation qu'ils lui désignent.
Artikel 6bis van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd door de wet van 4 augustus 1996, staat tenslotte elke tak van de wetgevende, federale, gemeenschaps- en gewestelijke machten toe om aan het coördinatiebureau te vragen om de wetgeving die zij aanwijzen te coördineren, te codificeren of te vereenvoudigen.

La ministre rappelle ensuite l'approche multidisciplinaire suivie par la loi du 4 août 1996, qui permet déjà aux entreprises de faire appel, notamment, à un conseiller en prévention.
De minister herinnert vervolgens aan de multi-disciplinaire aanpak die wordt gevolgd door de wet van 4 augustus 1996 waardoor ondernemingen reeds een beroep kunnen doen op, onder andere, een preventieadviseur.

Art. 4. La banque de données permet à la fois un enregistrement instantané lorsque celui-ci a lieu sur le lieu de travail ou un enregistrement anticipatif lorsqu'il a lieu conformément à l'article 31ter, § 1, alinéa 1, 2°, de la loi précitée du 4 août 1996.
Art. 4. De gegevensbank maakt tegelijk een onmiddellijke registratie mogelijk wanneer die op de arbeidsplaats plaatsvindt of een anticipatieve registratie wanneer die plaatsvindt overeenkomstig artikel 31ter, § 1, eerste lid, 2°, van voornoemde wet van 4 augustus 1996.

Après l'enregistrement des données dans la banque de données, l'Office national précité communique un accusé de réception vers l'appareil d'enregistrement, si celui-ci le permet, ou vers l'autre méthode d'enregistrement visé à l'article 31ter, § 1, alinéa 1, 2°, de la loi précitée du 4 août 1996.
Na registratie van de gegevens in de gegevensbank stuurt voornoemde Rijksdienst een ontvangstbewijs naar het registratieapparaat, indien dit apparaat in die mogelijkheid voorziet, of naar de andere registratiewijze bedoeld in artikel 31ter, § 1, eerste lid, 2°, van voornoemde wet van 4 augustus 1996.

« L'article 25 du décret du 22 décembre 1995 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 1996, fondamentalement réformé par le décret du 7 mai 2004 (décret du 22 décembre 1995, Moniteur belge du 30 décembre 1995, modifié par le décret du 8 juillet 1996, Moniteur belge du 19 octobre 1996; décret du 8 juillet 1997, Moniteur belge du 22 octobre 1997; décret du 7 juillet 1998, Moniteur belge du 28 août 1998; décret du 18 mai 1999, Moniteur belge du 8 juin 1999; décret du 30 juin 2000, Moniteur belge du 17 août 2000; décret du 6 juillet 2001, Moniteur belge du 10 octobre 2001 et décret du 7 mai 2004, Moniteur belge du 5 août 2004), ne viole-t-il pas le principe constitutionnel d'égalité et de non-discrimination (violation des articles 10 et 11 de la Constitution), dès lors que cette disposition décrétale permet aux communes d'avoir leur propre règlement de taxation, ce qui a pour effet, selon la circulaire B.A. 92/9 du 29 avril 1996 relative à la redevance visant à lutter contre la désaffectation et la dégradation des bâtiments et/ou habitations, que les possibilités suivantes peuvent se présenter :
« Schendt artikel 25 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, fundamenteel hervormd bij decreet van 7 mei 2004 (decreet 22 december 1995, Belgisch Staatsblad 30 december 1995, gewijzigd door decreet 8 juli 1996, Belgisch Staatsblad, 19 oktober 1996; decreet 8 juli 1997, Belgisch Staatsblad, 22 oktober 1997; decreet 7 juli 1998, Belgisch Staatsblad, 28 augustus 1998; decreet 18 mei 1999, Belgisch Staatsblad, 8 juni 1999; decreet 30 juni 2000, Belgisch Staatsblad, 17 augustus 2000 en decreet 6 juli 2001, Belgisch Staatsblad, 10 oktober 2001, en decreet 7 mei 2004, Belgisch Staatsblad, 5 augustus 2004) het grondwettelijk gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel (schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet) niet nu deze decretale bepaling de gemeenten de mogelijkheid geeft een eigen heffingsstelsel te hanteren waardoor volgens de omzendbrief B.A. 92/9, 29 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen de volgende mogelijkheden zich kunnen voordoen :

« L'article 25 du décret du 22 décembre 1995 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 1996, fondamentalement réformé par le décret du 7 mai 2004 (décret du 22 décembre 1995, Moniteur belge du 30 décembre 1995, modifié par le décret du 8 juillet 1996, Moniteur belge du 19 octobre 1996; décret du 8 juillet 1997, Moniteur belge du 22 octobre 1997; décret du 7 juillet 1998, Moniteur belge du 28 août 1998; décret du 18 mai 1999, Moniteur belge du 8 juin 1999; décret du 30 juin 2000, Moniteur belge du 17 août 2000; décret du 6 juillet 2001, Moniteur belge du 10 octobre 2001 et décret du 7 mai 2004, Moniteur belge du 5 août 2004), ne viole-t-il pas le principe constitutionnel d'égalité et de non-discrimination (violation des articles 10 et 11 de la Constitution), dès lors que cette disposition décrétale permet aux communes d'avoir leur propre règlement de taxation, ce qui a pour effet, selon la circulaire B.A. 92/9 du 29 avril 1996 relative à la redevance visant à lutter contre la désaffectation et la dégradation des bâtiments et/ou habitations, que les possibilités suivantes peuvent se présenter :
« Schendt artikel 25 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, fundamenteel hervormd bij decreet van 7 mei 2004 (decreet 22 december 1995, Belgisch Staatsblad 30 december 1995, gewijzigd door decr., 8 juli 1996, Belgisch Staatsblad 19 oktober 1996; decr., 8 juli 1997, Belgisch Staatsblad 22 oktober 1997; decr., 7 juli 1998, Belgisch Staatsblad 28 augustus 1998; decr., 18 mei 1999, Belgisch Staatsblad 8 juni 1999; decr., 30 juni 2000, Belgisch Staatsblad 17 augustus 2000 en decr., 6 juli 2001, Belgisch Staatsblad 10 oktober 2001, en decr., 7 mei 2004, Belgisch Staatsblad 5 augustus 2004) het grondwettelijk gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel (schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet) niet nu deze decretale bepaling de gemeenten de mogelijkheid geeft een eigen heffingsstelsel te hanteren waardoor volgens de omzendbrief B.A. 92/9, 29 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen de volgende mogelijkheden zich kunnen voordoen :

L'habilitation conférée au Roi par l'article 62, alinéa 7, de la loi relative à la police de la circulation routière coordonnée le 16 mars 1968, tel que l'a modifié la loi du 4 août 1996 relative à l'agrément et à l'utilisation dans la circulation routière d'appareils fonctionnant automatiquement en présence ou en l'absence d'un agent qualifié, Lui permet seulement de déterminer " les modalités particulières" des " concertations organisées par les autorités judiciaires, policières et administratives compétentes, dont les gestionnaires de la voirie" .
Op grond van de machtiging die Hem is verleend door artikel 62, zevende lid, van de op 16 maart 1968 gecoördineerde wet betreffende de politie over het wegverkeer, zoals het gewijzigd is bij de wet van 4 augustus 1996 betreffende de erkenning en het gebruik van bemande en onbemande automatisch werkende toestellen in het wegverkeer, mag de Koning alleen de " bijzondere modaliteiten" bepalen van het " overleg, georganiseerd door de bevoegde gerechtelijke, politionele en administratieve overheden, waaronder de wegbeheerders" .