« Par dérogation au premier alinéa, les autorités universitaires peuvent admettre à l'inscription dans une formation du deuxième cycle de la discipline " Théologie, Sciences religieuses et droit canon" , les personnes titulaires d'un diplôme de fin d'études d'une université ou d'un établissement d'enseignement supérieur à l'étranger, pour autant que ce dernier offre un programme de formation de quatre ans au moins, ainsi que les candidats reçus pour un cycle entier d'un institut conduisant à la fonction de ministre du culte reconnu».
« Het universiteitsbestuur kan, in afwijking van het eerste lid, personen die in het bezit zijn van een einddiploma van een universiteit of instelling van hoger onderwijs in het buitenland, voorzover deze laatste een opleidingsprogramma van ten minste vier jaar aanbiedt, of die geslaagd zijn voor de hele cyclus van een instelling die leidt tot het ambt van bedienaar van een erkende eredienst, toelaten tot de inschrijving in een opleiding van de tweede cyclus van het studiegebied Godgeleerdheid, Godsdienstwetenschappen en Kerkelijk recht».