21. spreekt zijn krachtige veroordeling uit over het geweld van de PKK en andere terroristische groeperingen op Turkse bodem; geeft uiting aan zijn solidariteit met Turkije in zijn strijd tegen terrorisme en herhaalt zijn verzoek aan de PKK om een onmiddellijk staakt-het-vuren uit te roepen en te respecteren; onderstreept de noodzaak terrorisme te blijven bestrijden op een manier die in verhouding staat tot de dreiging en met een volledig engagement om internationale wettelijke instrumenten en standaarden te respecteren; benadrukt dat er nooit een excuus kan zijn voor welk geweld dan ook tegen burgers; doet een beroep op de Turkse regering en alle politieke machten in Irak – inclusief Koerdische groeperingen – om hun samenwerking te ver
...[+++]sterken ten einde terroristische acties te voorkomen en te bestrijden, en dringt er bij Turkije op aan om zich te onthouden van eventuele unilaterale stappen die een schending betekenen van het Iraakse grondgebied;