Traduction de «Glycémie à jeun anormale » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

glycémie à jeun anormale | hyperglycémie à jeun non diabétique | hyperglycémie modérée à jeun
verhoogde nuchtere glucosewaarde | IFG [Abbr.]

glycémie à jeun anormale
gestoorde nuchtere glycemie

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Comme le rappelle la Belgian Association for the Study of Obesity, les facteurs de risque sont notamment l'insuffisance coronarienne, d'autres pathologies arthéroscléreuses, du diabète de type 2, l'apnée du sommeil, l'hypertension artérielle, le tabagisme, un LDL cholestérol élevé, un HDL cholestérol abaissé, une glycémie à jeun supérieure à 110 mg/dl, un âge supérieur à 45 ans chez l'homme et à 55 ans chez la femme, une histoire familiale de maladie cardiovasculaire précoce, etc.
De Belgian Association for the Study of Obesity herinnert eraan dat de risicofactoren meer bepaald hartinsufficiëntie en andere vaataandoeningen omvatten, alsook type 2 diabetes, slaapapneu, hoge bloeddruk, roken, een hoog LDL-cholesterolgehalte, een verlaagd HDL-cholesterolgehalte, een glycemie die nuchter meer dan 110 mg/dL bedraagt, een leeftijd ouder dan 45 jaar voor mannen en ouder dan 55 jaar voor vrouwen, een familiegeschiedenis van hart- en vaatziekten, enz.

Le diabète est une maladie grave et progressive, caractérisée par une augmentation anormale et permanente de la glycémie.
Diabetes is een ernstige en progressieve ziekte, gekenmerkt door een abnormale en permanente stijging van de glycemie.

Ces variations du taux de glycémie expliquent le risque accru de complications aiguës et chroniques pouvant apparaître dès le plus jeune âge.
Deze schommelende glucosewaarden verklaren het verhoogde risico voor acute en chronische complicaties die reeds vanaf jonge leeftijd kunnen optreden.

Parmi les autres facteurs de risque contribuant à l'apparition de cette maladie figurent le diabète gestationnel (diabète qui survient au cours d'une grossesse), une intolérance au glucose ou une glycémie à jeun anormale;
Andere belastende factoren zijn zwangerschapsdiabetes, verminderde glucosetolerantie en een verhoogde nuchtere glucosewaarde.

Art. 80. La constatation d'une glycosurie et d'une glycémie anormale exige un bilan complémentaire.
Art. 80. Het vaststellen van een glycosurie en een abnormale glycemie vereist bijkomend onderzoek.

La définition utilisée dans l'étude Askiepios ressemble à la définition de l'ATP III, à savoir : un individu est porteur du syndrome métabolique lorsqu'il présente au moins trois des cinq facteurs de risque suivants : obésité estimée par la circonférence de la tailie, une élévation des triglycérides à jeun, un taux de cholestérol HDL peu élevé, une pression artérielle > 130/85 mmHg et une élévation de la glycémie à jeun (> 100 mg/dl).
De definitie in het Asklepios-project leunt sterk aan bij die van het ATP III. Een persoon wordt beschouwd als een persoon met het metaboolsyndroom indien hij/zij aan minstens drie van de vijf volgende voorwaarden voldoet : overgewicht gemeten door middel van de middelomtrek, verhoogde nuchtere triglyceriden, lage HDL-cholesterol, bloeddruk > 130/85 mmHg en een verhoogde nuchtere bloedsuiker (> 100 mg/dl).

4. souligne que le taux moyen de natalité dans l'Union, de 1,5 – anormalement bas –, ne reflète pas la volonté des femmes ni les aspirations des citoyens européens à fonder une famille et pourrait donc être aussi lié à la difficulté de concilier vie professionnelle et vie familiale (absence d'infrastructures d'accueil de la petite enfance, de soutien socio-économique aux familles et à l'emploi des femmes), au contexte social anxiogène (instabilité au travail, logement cher), et à la crainte de l'avenir (accès tardif à l'emploi pour les jeunes et précarité de l'emploi);
4. benadrukt evenwel dat het abnormaal lage gemiddelde geboortecijfer van 1,5 in de Unie niet voortkomt uit de wens van vrouwen en geen weerspiegeling is van de wensen van Europese burgers ten aanzien van het stichten van een gezin en dus ook verband kan houden met problemen bij het combineren van werk en gezin (ontbreken van kinderopvangfaciliteiten, sociale en economische steun voor gezinnen, werkgelegenheid voor vrouwen), een onzekere maatschappelijke situatie (onzekere werkgelegenheid, dure huisvesting) of angst voor de toekomst (late toegang tot de arbeidsmarkt voor jongeren en onzeker werk);

4. souligne que le taux moyen de natalité dans l'Union, de 1,5 – anormalement bas –, ne reflète pas la volonté des femmes ni les aspirations des citoyens européens à fonder une famille et pourrait donc être aussi lié à la difficulté de concilier vie professionnelle et vie familiale (absence d'infrastructures d'accueil de la petite enfance, de soutien socio-économique aux familles et à l'emploi des femmes), au contexte social anxiogène (instabilité au travail, logement cher), et à la crainte de l'avenir (accès tardif à l'emploi pour les jeunes et précarité de l'emploi);
4. benadrukt evenwel dat het abnormaal lage gemiddelde geboortecijfer van 1,5 in de Unie niet voortkomt uit de wens van vrouwen en geen weerspiegeling is van de wensen van Europese burgers ten aanzien van het stichten van een gezin en ook verband kan houden met problemen bij het combineren van werk en gezin (ontbreken van kinderopvangfaciliteiten, sociale en economische steun voor gezinnen, werkgelegenheid voor vrouwen), een onzekere maatschappelijke situatie (onzekere werkgelegenheid, dure huisvesting) of angst voor de toekomst (late toegang tot de arbeidsmarkt voor jongeren en onzeker werk);

Art. 82. La constatation d'une glycosurie et d'une glycémie anormale exige un bilan.
Art. 82. Het vaststellen van een glycosurie en een abnormale glycemie vereist verdere opzoekingen.