Traduction de «sériques des c-télopeptides » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Eruption sérique Intoxication (par):protéines | sérique | Maladie sérique Urticaire sérique
intoxicatie door serum | proteïneziekte | serum | exantheem | serum | urticaria | serum | ziekte

Anomalie du taux d'un enzyme sérique
afwijkende enzymspiegel in serum

Autres anomalies de résultats immunologiques sériques
overige afwijkende immunologische bevindingen in serum

Autres anomalies précisées de résultats immunologiques sériques
overige gespecificeerde afwijkende immunologische bevindingen in serum

Anomalies d'autres taux d'enzymes sériques
overige gespecificeerde afwijkende-enzymspiegels in serum

Anomalies des taux d'enzymes sériques
afwijkende enzymspiegels in serum

neuropathie sérique
serumneuropathie

taux de cholestérol sérique augmenté
serumcholesterol verhoogd

Neuropathie sérique
serumneuropathie

Anomalie de résultats immunologiques sériques
afwijkende immunologische bevinding in serum

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Dans les études de phase III, comparativement au placebo, les marqueurs biochimiques de la formation osseuse (phosphatases alcalines osseuses et propeptide C-terminal du procollagène de type I) ont augmenté et ceux de la résorption osseuse (C-télopeptides sériques et N-télopeptides urinaires) ont diminué, à partir du troisième mois et jusqu’à 3 ans de traitement.
In fase III-studies, vergeleken met placebo, namen de biochemische markers voor de botvorming (botspecifiek alkalische fosfatase en C-terminale propeptide van type I procollageen) toe en die voor botresorptie (serum C-telopeptide en urinaire N-telopeptide cross links) af vanaf de derde behandelmaand tot 3 jaar.

Une injection intraveineuse d’acide ibandronique a réduit les taux sériques des C-télopeptides de la chaîne alpha du collagène de type I (CTX) dans les 3 à 7 jours suivant le début du traitement et a réduit les taux d’ostéocalcine dans les 3 mois.
Ibandroninezuur intraveneuze injectie verlaagde de spiegels van plasma C-telopeptide van de alfa keten van type I collageen (CTX) binnen 3-7 dagen na het starten van de behandeling en verlaagde osteocalcinespiegels binnen 3 maanden.

Une injection intraveineuse de Bonviva a réduit les taux sériques des C-télopeptides de la chaîne alpha du collagène de type I (CTX) en 3 à 7 jours après le début du traitement et a réduit les taux d’ostéocalcine en 3 mois.
Bonviva intraveneuze injectie verlaagde de spiegels van plasma C-telopeptide van de alfa keten van type I collageen (CTX) binnen 3-7 dagen na het starten van de behandeling en verlaagde osteocalcinespiegels binnen 3 maanden.

Marqueurs de renouvellement osseux Les phosphatases alcalines spécifiques osseuses (PASO), les taux sériques du propeptide N-terminal du collagène de type I (P1NP) et les taux sériques de bêta-C-télopeptides (�-CTx) ont été évalués à intervalles réguliers au cours de l’étude dans des sous-groupes incluant 517 à 1 246 patientes.
Markers van botombouw Botspecifiek alkalische fosfatase (BSAP), serum N-terminaal propeptide van type I collageen (P1NP) en serum beta-C-telopeptiden (b-CTx) werden bestudeerd in subsets van 517 tot 1.246 patiënten op periodieke intervallen door de hele studie.

L'injection intraveineuse d'acide ibandronique diminuait les taux du C-télopeptide sérique de la chaîne alpha du collagène de type I (CTX) dans les 3 à 7 jours suivant l'instauration du traitement et baissait ceux de l'ostéocalcine dans les 3 mois.
Ibandroninezuur intraveneuze injectie verlaagde de serumspiegels van C-telopeptide van de alfaketen van type I-collageen (CTX) binnen 3-7 dagen na de start en verlaagde de spiegels van osteocalcine binnen 3 maanden.

Effets pharmacodynamiques Le traitement par Prolia a rapidement diminué le taux de remodelage osseux, le Nadir du taux sérique du marqueur de la résorption osseuse, le télopeptide C-terminal du collagène de type 1 (CTX), étant atteint en 3 jours (réduction de 85 %).
Farmacodynamische effecten Behandeling met Prolia verminderde snel de mate van bot-turnover. Een minimale waarde voor de botresorptie-merker serum type 1 C-telopeptiden (CTX) wordt na drie dagen bereikt (85% reductie), met een verlaging die gedurende het doseringsinterval behouden blijft.

L'administration orale quotidienne d'alendronate chez des femmes ménopausées a entraîné des modifications biochimiques témoignant d'une inhibition dose-dépendante de la résorption osseuse ; ces modifications comprenaient la diminution de la calciurie et des marqueurs urinaires de la dégradation du collagène de l'os (tels que l'hydroxyproline, la désoxypyridinoline et les N- télopeptides pontés du collagène de type I).
Het dagelijks toedienen van alendronaat aan gemenopauzeerde vrouwen bracht biochemische veranderingen teweeg die wijzen op een dosis-afhankelijke inhibitie van de botresorptie; deze veranderingen omvatten een vermindering van de calciurie, en van urinaire merkers van de afbraak van botcollageen (waaronder hydroxyproline, desoxypyridinoline en crosslinked N-telopeptiden van type I-collageen).

Une étude d’observation a constaté une fonction cognitive plus dégradée en cas de concentration élevée en homocystéine 28 . L’administration d’acide folique, de vitamine B 6 et de vitamine B 12 à des personnes saines qui présentaient un taux d’homocystéine sérique augmenté, restait sans effet sur la dégradation de la fonction cognitive par comparaison avec le groupe placebo 29 , malgré une chute de l’homocystéine sérique dans le groupe traité.
en B 12 aan gezonde personen met een verhoogd serum homocysteïne had geen invloed op de verslechtering van de cognitieve functies t.o.v. placebo 29 , ondanks een daling van het serum homocysteïne in de behandelde groep.

Des études de cohorte ne donnent par ailleurs pas de tableau univoque quant au taux minimum de calcidiol sérique nécessaire pour réduire le risque fracturaire 1,5 .
Cohortonderzoeken geven overigens geen uniform beeld over de minimale calcidiolconcentratie noodzakelijk om het fractuurrisico te verminderen 1,5 .

Les réactions tardives, non IgE médiées (type II, III ou IV), sont une maladie de type sérique, une anémie hémolytique, une thrombopénie ou des réactions idiopathiques (rash maculopapulaire ou morbiliforme).
Uitgestelde niet-IgE-gemediëerde reacties (type II, III of IV) omvatten serum sickness, hemolytische anemie, trombopenie en idiopathische reacties (maculopapulaire of morbiliforme rash).