Traduction de «suivi des taux plasmatiques » (Français → Néerlandais) :

Lors du suivi des taux plasmatiques pendant au moins 24 heures, il s’est avéré que la demi-vie plasmatique varie entre 5,6 et 14,8 heures et que les concentrations plasmatiques maximales ont été observées de 1 à 5 h après administration.
Wanneer de plasmaspiegels gedurende minstens 24 uur werden gevolgd, werd een halfwaardetijd waargenomen tussen 5,6 en 14,8 uur en werden plasmapieken waargenomen binnen 1 en 5 uur na toediening.

Le suivi des taux plasmatiques du valproate n’a pas montré la nécessité d’adapter la posologie du valproate après l’instauration d’un traitement par l’olanzapine.
Therapeutische controle van de valproaatplasmaspiegels gaf geen indicatie dat aanpassing van de valproaatdosis noodzakelijk is na de start van gelijktijdige toediening van olanzapine.

Le suivi des taux plasmatiques du valproate n’a pas montré la nécessité d’adapter la posologie du valproate après l’instauration d’un traitement par olanzapine.
Therapeutische controle van de valproaatplasmaspiegels gaf geen indicatie dat aanpassing van de valproaatdosis noodzakelijk is na de start van gelijktijdige toediening van olanzapine.

Par contre, après l'arrêt de nifédipine, une nette augmentation des taux de quinidine a été observée. Par conséquent, un suivi des taux plasmatiques de quinidine est recommandé (si nécessaire, ajustement de la dose de quinidine), lors de l'adjonction d'un traitement par Nifedipine Retard EG à une thérapie par quinidine ou lorsqu'il est mis fin à l'administration de Nifedipine Retard EG en cas d'association des deux produits.
Om deze reden wordt monitoring van de kinidineplasmaspiegels aanbevolen (indien nodig, aanpassing van de kinidine dosis), wanneer Nifedipine Retard EG toegevoegd wordt aan een kinidine behandeling of gestopt wordt in geval van combinatie van beide producten.

Si ces produits doivent être pris en même temps que l’association losartan potassique / hydrochlorothiazide, un suivi des taux plasmatiques de potassium est recommandé.
Indien deze geneesmiddelen voorgeschreven worden in combinatie met kaliumlosartan/hydrochlorothiazide, wordt aanbevolen om de plasmawaarden van natrium te controleren.

Si ces produits doivent être pris en même temps que le losartan potassique / hydrochlorothiazide, un suivi des taux plasmatiques de potassium est recommandé.
Indien deze geneesmiddelen voorgeschreven worden in combinatie met kaliumlosartan/hydrochlorothiazide, wordt aanbevolen de plasmawaarden van kalium te controleren.

En raison du risque de surdosage, une surveillance clinique et, si nécessaire, le suivi des taux plasmatiques de théophylline sont indiqués.
Gezien het risico op overdosering zijn een klinische monitoring en indien nodig monitoring van de plasmaconcentraties van theofylline vereist.

Le traitement par la nitisinone doit être associé à un régime alimentaire à faible teneur en phénylalanine et en tyrosine; celui-ci sera suivi en contrôlant les taux plasmatiques en acides aminés (se référer aux rubriques 4.4 et 4.8).
Naast de nitisinonbehandeling is een dieet nodig arm aan fenylalanine en tyrosine en dit moet worden gevolgd door de controle van plasma aminozuren (zie rubriek 4.4 en 4.8).

Irbésartan bloque tous les effets de l’angiotensine-II, faisant intervenir les récepteurs AT 1 , indépendamment de l’origine ou de la voie de synthèse de l’angiotensine-II. L’antagonisme sélectif des récepteurs de l’angiotensine-II (AT 1 ) provoque une élévation des taux plasmatiques de rénine et des taux d’angiotensine-II et une baisse de la concentration plasmatique d’aldostérone.
Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de AT 1 -receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme van de angiotensine-2 (AT 1 )-receptoren leidt tot een verhoging van plasmareninespiegels en angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasmaaldosteronconcentratie.

Irbésartan bloque tous les effets de l'angiotensine-II, faisant intervenir les récepteurs AT 1 , indépendamment de l'origine ou de la voie de synthèse de l'angiotensine-II. L'antagonisme sélectif des récepteurs de l'angiotensine-II (AT 1 ) provoque une élévation des taux plasmatiques de rénine et des taux d'angiotensine-II et une baisse de la concentration plasmatique d'aldostérone.
Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de AT 1 -receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme van de angiotensine-2 (AT 1 )-receptoren leidt tot een verhoging van plasmareninespiegels en angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasmaaldosteronconcentratie.