Vertaling van "semaine 16 était " (Frans → Nederlands) :

L’incidence de la dégradation de l’état clinique à la semaine 16 était moins importante dans le groupe tadalafil 40 mg (5 %; 4 sur 79 patients) que dans le groupe placebo (16 %; 13 sur 82 patients). Les variations des scores de dyspnée de Borg étaient faibles et non significatives dans le groupe placebo et dans le groupe tadalafil 40 mg.
De incidentie van klinische verslechtering in week 16 bij patiënten behandeld met tadalafil 40 mg (5%; 4 van de 79 patiënten)

La proportion de patients avec une cicatrisation des muqueuses à la semaine 26 était significativement plus élevée dans le groupe infliximab et azathioprine en association (43,9 %, p< 0,001) et le groupe infliximab en monothérapie (30,1 %, p=0,023) que dans le groupe azathioprine en monothérapie (16,5 %).
De aantallen patiënten met mucosale genezing in week 26 waren significant groter in de groepen met de combinatie infliximab en AZA (43,9 %, p< 0,001) en met infliximab monotherapie (30,1 %, p=0,023) in vergelijking met de AZA monotherapie groep (16,5 %).

La proportion de patients dont la classe fonctionnelle OMS s’est améliorée à la semaine 16 était similaire dans le groupe tadalafil 40 mg et dans le groupe placebo (23 % vs. 21 %).
De verhouding patiënten met verbetering in WHO functionele klasse in week 16 was gelijk in de tadalafil 40 mg- en de placebogroep (23% versus 21%).

A la 60 ème semaine, le pourcentage de patients ayant un ARN viral plasmatique inférieur à 400 copies/ml était de 59 %. Dans une autre étude, à la 16 ème semaine, le pourcentage de patients ayant un ARN viral plasmatique inférieur à 400 copies/ml était de 59 % ; l’augmentation moyenne du nombre de cellules CD4 était de 73 cellules/mm 3 ; et l’augmentation moyenne en pourcentage du nombre de cellules CD4 était de 1,2 %.
In week 60 had 59 % van de patiënten minder dan 400 kopieën/ml viraal RNA in het serum.In een ander onderzoek was in week 16 het deel van de patiënten met een viraal RNA in het plasma onder de 400 kopieën/ml 59 %; de gemiddelde verhoging in CD4-celtelling was 73 cellen/mm 3 ; de gemiddelde verhoging in procentuele CD4-celtelling was 1,2 %.

Troubles généraux et anomalies au site d’administration Pour la rétention hydrique, la dose cumulative médiane à l’arrêt du traitement était supérieure à 1000 mg/m² et le temps médian de réversibilité était de 16,4 semaines (intervalle de 0 à 42 semaines).
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen De mediane cumulatieve dosis totdat de behandeling werd onderbroken, was meer dan 1.000 mg/m² en de mediane tijd die nodig was voor herstel van de vochtretentie was 16,4 weken (tussen 0 en 42 weken).

La communication négative était clairement moins présente au terme des 16 semaines, mais le résultat n’était plus statistiquement significatif au bout des 24 semaines par rapport au groupe contrôle.
Negatieve communicatie was duidelijk minder op 16 weken, maar niet meer statistisch significant op 24 weken ten opzichte van de controlegroep.

Pour la rétention hydrique, la dose cumulative médiane à l'arrêt du traitement était supérieure à 1 000 mg/m 2 et le temps médian de réversibilité était de 16,4 semaines (intervalle de 0 à 42 semaines).
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: De mediane cumulatieve dosis totdat de behandeling werd onderbroken, was meer dan 1.000 mg/m 2 en de mediane tijd die nodig was voor herstel van de vochtretentie was 16,4 weken (tussen 0 en 42 weken).

Troubles généraux et anomalies au site d’administration : Pour la rétention hydrique, la dose cumulative médiane à l’arrêt du traitement était supérieure à 1 000 mg/m² et le temps médian de réversibilité était de 16,4 semaines (intervalle de 0 à 42 semaines).
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen De mediane cumulatieve dosis totdat de behandeling werd onderbroken, was meer dan 1.000 mg/m 2 en de mediane tijd die nodig was voor herstel van de vochtretentie was 16,4 weken (tussen 0 en 42 weken).

L’étude pivotale était une étude multicentrique de 48 semaines différenciée en trois phases, une période en ouvert de 8 semaines (partie I), une période randomisée en double aveugle contrôlée contre placebo de 24 semaines (partie II) et une période en ouvert de 16 semaines (partie III).
De hoofdstudie bestond uit een 48-weken durende, drie delen omvattende multicenter studie, bestaande uit een 8-weken durende open-label periode (Deel I), een 24-weken durende gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde onthoudingsperiode (Deel II), gevolgd door een 16-weken durende open-label periode (Deel III).

Il y a eu moins de symptômes dépressifs dans le groupe d’intervention (soutien), tant au bout de 16 semaines que de 24 semaines, mais la différence n’était statistiquement significative qu’au bout de 16 semaines.
Depressieve symptomen kwamen minder vaak voor in de ondersteunde groep zowel op 16 en 24 weken, maar was enkel statistisch significant verschillend op 16 weken.