Traduction de «nombre de polynucléaires neutrophiles » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

neutropénie | diminution du nombre de globules blancs neutrophiles
neutropenie | tekort aan witte bloedlichaampjes

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Si après 4 cycles, les valeurs hématologiques du patient (telles que numération plaquettaire ou numération des polynucléaires neutrophiles), ne sont pas revenues aux valeurs avant traitement ou si la maladie progresse (augmentation du nombre de blastes périphériques ou augmentation du nombre de blastes dans la moelle osseuse), le patient peut être considéré comme étant non-répondeur et d’autres options thérapeutiques alternatives à Dacogen devront être envisagées.
Als de hematologische waarden van de patiënt (bijvoorbeeld het aantal plaatjes of het absolute aantal neutrofielen) na 4 cycli niet op het niveau van voor de behandeling zijn teruggekeerd of als ziekteprogressie optreedt (stijgend aantal perifere blasten of verslechtering van het aantal beenmergblasten), kan de patiënt worden beschouwd als non-responder en dienen alternatieve behandelopties dan Dacogen te worden overwogen.

La décision du traitement par Mozobil devra être évaluée chez les patients dont le nombre de polynucléaires neutrophiles est > 50 x 10 9 /l.
Er dient een klinische afweging te worden gemaakt als Mozobil wordt toegediend aan patiënten bij wie het aantal neutrofiele granulocyten in het perifere bloed meer dan 50 x 10 9 /l bedraagt.

Neutropénie Dans le cadre de l’utilisation d’un médicament inhibiteur de l’IL-1 autre que le rilonacept, utilisé chez des patients non atteints de CAPS mais atteints de polyarthrite rhumatoïde, il a été observé de façon fréquente des neutropénies (nombre absolu de polynucléaires neutrophiles [PNN] < 1,5 x 10 9 /l).
Neutropenie Neutropenie (absolute neutrofielentelling [ANC] < 1,5 x 10 9 /l) werd vaak bij een ander geneesmiddel dat IL-1 remt waargenomen in een andere patiëntenpopulatie (reumatoïde artritis) dan CAPS.

polynucléaires neutrophiles) ≥ 1000/mm 3 , nombre de plaquettes sanguines ≥100 000/mm 3 , absence de cellules blastiques ou de promyélocytes dans le sang périphérique, ≤ 5 % de cellules blastiques dans la moelle osseuse, < 5 % de myélocytes plus métamyélocytes dans le sang périphérique, < 5 % de basophiles dans le sang périphérique, aucune atteinte extramédullaire (y compris absence d’hépatomégalie ou de splénomégalie). c La MCyR associe les réponses cytogénétiques à la fois complète (aucune cellule Ph+ détectable) et
promyelocyten in perifeer bloed, beenmergblasten ≤5%, < 5% myelocyten plus metamyelocyten in perifeer bloed, basofielen < 5% in perifeer bloed, geen extramedullaire betrokkenheid (waaronder geen hepatomegalie of splenomegalie).

Neutropénie et leucopénie Dans le cadre de l’utilisation de médicaments inhibiteurs de l’IL-1, dont Ilaris, il a été observé des neutropénies (nombre absolu de polynucléaires neutrophiles < 1,5 x 10 9 /l) et des leucopénies.
Neutropenie en leukopenie Neutropenie (absoluut aantal neutrofielen [ANC] < 1,5 x10 9 /l) en leukopenie zijn gezien bij geneesmiddelen die IL-1 remmen, waaronder Ilaris.

RHC (LMC avancée / LAL Ph+): numération leucocytaire ≤ LSN, PN (polynucléaires neutrophiles) ≥ 1 000/mm 3 , plaquettes ≥ 100 000/mm 3 , absence de blaste ou de promyélocyte dans le sang périphérique, blastes médullaires ≤ 5%, myélocytes + métamyélocytes dans le sang périphérique < 5%, basophiles circulants dans le sang périphérique < 20% et absence de toute localisation extramédullaire.
CHR (gevorderd stadium CML/Ph+ ALL): WBC ≤ institutionele ULN, ANC ≥ 1000/mm 3 , trombocyten ≥ 100.000/mm 3 , geen blasten of promyelocyten in het perifere bloed, beenmergblasten ≤ 5%, < 5% myelocyten plus metamyelocyten in het perifere bloed, < 20% basofielen in het perifere bloed en geen extramedullaire activiteit.

Celle-ci est responsable d’une activation endothéliale, qui, au niveau des poumons, provoque un ralentissement du transit et une séquestration durable de polynucléaires neutrophiles dans les vaisseaux capillaires.
Deze laatste is verantwoordelijk voor endotheliale activatie, die, ter hoogte van de longen, een vertraagde transit en langdurige sekwestratie van neutrofiele polynucleairen in de capillairen schept.

Le surnageant de concentrés conservés stimule la production cytokinique de leucocytes mononucléés périphériques (Baumgartner et al., 2009), retarde l’apoptose de polynucléaires neutrophiles et stimule leur cytotoxicité (Biffl et al., 2001).
Het supernatant van bewaarde concentraten stimuleert de cytokineproductie van mononucleaire perifere leukocyten (Baumgartner et al., 2009), vertraagt de apoptose van neutrofiele polynucleairen en stimuleert de cytotoxiciteit ervan (Biffl et al., 2001).

* PN = polynucléaires neutrophiles
*ANC = absoluut aantal neutrofielen

Il peut s’agir soit d’anticorps anti-neutrophiles (anticorps anti-HNA) soit d’anticorps anti-HLA de classe I, qui en se fixant sur les polynucléaires entraînent l’activation du complément, ou d’anticorps anti-HLA de classe II. Ultérieurement cinq mécanismes activateurs des polynucléaires autres que les autoanticorps ont été mis en évidence (Renaudier et al., 2009):
Het kan gaan hetzij over anti-neutrofielen antistoffen (anti-HNA-antistoffen), hetzij over anti-HLA klasse I, die bij fixatie op de polynucleairen complementactivatie veroorzaken, of anti-HLA klasse II antistoffen. Naast de autoantistoffen zijn uiteindelijk vijf activatiemechanismen voor polynucleairen geïdentificeerd (Renaudier et al., 2009):