Les
gènes actuellement connus qui peuvent être associés à la survenue d’effets indésirables se subd
ivisent de la façon suivante: (1) les gènes codant
pour des enzymes qui interviennent dans
le métabolisme des médicaments, (2) les gènes codant pour des protéines de transport et (3) les gènes codant pour des antigènes leucocytaires humains (HLA) [ N Engl J Med 2008; 359:
...[+++] 856-8 ].
De genen waarvan men op dit ogenblik weet dat ze kunnen geassocieerd zijn aan het ontstaan van ongewenste effecten, worden onderverdeeld in volgende groepen: (1) genen die coderen voor enzymen die tussenkomen in de afbraak van geneesmiddelen, (2) genen die coderen voor transporteiwitten en (3) genen die coderen voor humane leukocytenantigenen (HLA’s) [ N Engl J Med 2008; 359: 856-8 ].