Vertaling van "infections leucopénie granulocytopénie " (Frans → Nederlands) :

Classe de systèmes Fréquence Effets indésirables d'organes Infections et infestations Rare Infection mycosique génitale Affections hématologiques et du système lymphatique Fréquent Leucopénie, granulocytopénie, éosinophilie, anémie hémolytique, thrombocytopénie.
Systeem-orgaanklasse Frequentie Bijwerkingen Infecties en parasitaire Zelden Genitale schimmelinfectie aandoeningen Bloed- en lymfestelselaandoeningen Vaak Leukopenie, granulocytopenie, eosinofilie, hemolytische anemie, trombocytopenie.

Classes organiques Fréquence Effets indésirables Infections et Fréquent Infection infestations Inconnu Choc septique, sepsie, pneumonie Néoplasies bénignes, malignesRare Leucémie lymphocytaire aiguë, et non spécifiées (y compris leucémie myéloïde aiguë les kystes et les polypes) Affections hématologiques etTrès fréquent Myélosuppression du système lymphatique (leucopénie, granulocytopénie et neutropénie, anémie et neutropénie fébrile) Occasionnel Thrombocytopénie Inconnu Hémorragie et hypoxie tissulaire dues à
Systeem/orgaanklasse Frequentie Bijwerkingen Infecties en parasitaireVaak Infectie aandoeningen Niet bekend Septische shock, sepsis, pneumonie Neoplasmata, benigne, maligneZelden Acute lymfocytische leukemie, en niet-gespecificeerd (inclusief acute myelogene leukemie cysten en poliepen) Bloed- enZeer vaak Myelosuppressie lymfestelselaandoeningen (leukopenie, granulocytopenie en neutropenie, anemie en febriele neutropenie)

Sang Très fréquent Inhibition de la production des cellules sanguines dans la moelle osseuse (myélosuppression) (anomalie sanguine (déficit en globules blancs) s'accompagnant d’une sensibilité accrue aux infections (leucopénie, granulocytopénie, neutropénie), anémie et anomalie sanguine (déficit en globules blancs) s'accompagnant d’une fièvre (neutropénie fébrile).
Bloed Zeer vaak Belemmering van bloedcelproductie in het beenmerg (myelosuppressie) (bloedafwijking (tekort aan witte bloedlichaampjes) gepaard gaande met verhoogde gevoeligheid voor infecties (leukopenie, granulocytopenie, neutropenie), bloedarmoede (anemie) en bloedafwijking (tekort aan witte bloedlichaampjes) gepaard gaande met koorts (febriele neutropenie)).