Wanneer een gerechtigde
na een tijdvak van primaire ongeschiktheid van meer dan zes maanden, of na een tijdvak van invaliditeit, arbeidsgeschikt wordt verklaard, en dan opnieuw arbeidsongeschikt wordt buiten de toepasselijke termijnen van herval, maar binnen de 24 maanden na het einde van het vorige tijdvak van arbeidsongeschiktheid, mag het gemiddeld dagloon waarop de uitkeringen berekend wo
rden voor de tweede periode van arbeidsongeschiktheid, niet lager zijn dan het gemiddeld dagloon dat in aanmerking zou zijn
...[+++]genomen indien de eerste arbeidsongeschiktheid ononderbroken had voortgeduurd (art. 43 van de Verordening van 16.4.1997 tot uitvoering van art. 80, 5°, van de Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14.7.1994).