Vertaling van "génotype au niveau " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Définition: Trouble spécifique du développement dans lequel l'utilisation par l'enfant des phonèmes est inférieure au niveau correspondant à son âge mental, mais avec un niveau linguistique normal. | Dyslalie Lallation Trouble:du développement (de):l'articulation | phonologique | fonctionnel de l'articulation
Omschrijving: Een specifieke ontwikkelingsstoornis waarin het gebruik dat het kind van spraakgeluiden maakt beneden het niveau van zijn verstandelijke leeftijd ligt, maar waarin er een normaal niveau voor taalvaardigheid bestaat. | Neventerm: | brabbelen | dyslalie | functionele articulatiestoornis | ontwikkelingsstoornis van | articulatie | ontwikkelingsstoornis van | klankvorming

Mumps de génotype B
Bof genotype B

Mumps de génotype J
Bof genotype J

Mumps de génotype H
Bof genotype H

Mumps de génotype K
Bof genotype K

Mumps de génotype N
Bof genotype N

Mumps de génotype I
Bof genotype I

Mumps de génotype C
Bof genotype C

Mumps de génotype G
Bof genotype G

Mumps de génotype F
Bof genotype F

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Les isolats résistants à la didanosine ont été sélectionnés in vivo et ils sont associés à des changements spécifiques de génotype au niveau des codons de la transcriptase inverse (codons L74V (plus fréquents), K65R, M184V et T69S/G/D/N).
Isolaten, die resistent zijn voor didanosine zijn in vivo geselecteerd en zijn geassocieerd met specifieke genotypische veranderingen in het reverse transcriptase gebied (codons L74V (meest gangbaar), K65R, M184V en T69S/G/D/N).

Cet article mentionne que, sur demande du responsable, l’Agence accorde une reconnaissance de la résistance aux EST au cheptel de valeur génétique élevée ou au troupeau qui satisfait aux critères basés sur la présence du génotype ARR/ARR (niveau I) ou sur la descendance à partir de béliers de génotype ARR/ARR (niveau II).
In dit artikel staat dat het Agentschap, op vraag van de verantwoordelijke, een erkenning van de OSE-resistente status verleent aan een koppel van hoge genetische waarde of aan een beslag dat voldoet aan de criteria die steunen op de aanwezigheid van het genotype ARR/ARR (niveau I) of op de nakomelingen van rammen met genotype ARR/ARR (niveau II).

Génotype du CYP2D6 Les données cliniques disponibles suggèrent que, pour les patients homozygotes au niveau des allèles CYP2D6 non fonctionnels, l’effet du tamoxifène dans le traitement du cancer du sein peut être réduit.
Genotype CYP2D6 Beschikbare klinische gegevens wijzen erop dat bij patiënten die homozygoot zijn voor niet-functionele CYP2D6-allelen de werking van tamoxifen verminderd kan zijn bij de behandeling van borstkanker.

Une review de plus de 5.000 cas de cancer de la région crânio-occipitale a permis, grâce à un test PCR, de démontrer la présence d’ADN de HPV dans 25,9% des cancers de la cavité buccale, du pharynx et du larynx au niveau desquels les génotypes HPV16 et HPV18 se retrouvent le plus souvent (Kreimer et al., 2005).
In een review van meer dan 5.000 gevallen van kanker in het hoofd-halsgebied kon met een PCR-test HPV-DNA aangetoond worden bij 25,9% van de kankers van de mondholte, de farynx en de larynx, waarbij genotypes HPV16 en HPV18 het meest frequent werden gevonden (Kreimer et al., 2005).

- les données de diagnostic, c’est-à-dire les signes ou symptômes évocateurs du diagnostic, le génotype, le test à la sueur ainsi que la mesure de la différence de potentiel au niveau nasal;
- de diagnosegegevens, dat wil zeggen de tekenen of symptomen die relevant zijn voor de diagnose, het genotype, de zweettest alsook de meting van het nasaal potentiaalverschil;

Une analyse par un modèle de régression logistique sur la valeur prédictive du génotype (ajustée aux valeurs à l'inclusion de la charge virale plasmatique ARN VIH- 1 [ARNv], du taux de lymphocytes CD4+, et du nombre et de la durée des traitements antirétroviraux précédents) a montré une réponse réduite à la semaine 4 lorsqu’au moins 3 mutations associées à une résistance aux INTI étaient présentes (p = 0,015) et à la semaine 24 lorsqu’au moins 4 mutations étaient présentes (p ≤0,012). De plus, l'insertion en position 69 ou la mutation Q151M, habituellement associée aux mutations A62V, V75I, F77L et F116Y, entraîne un haut niveau de résistance à l'abacavir.
Berekende regressiemodellering van de predictieve waarde van genotype (aangepast voor baseline plasma HIV- 1RNA [vRNA], CD4+ cellenaantal, hoeveelheid en duur van voorgaande antiretrovirale therapieën) liet zien dat de aanwezigheid van 3 of meer NRTI resistentie-geassocieerde mutaties samenging met een verminderde respons in week 4 (p=0,015) of 4 of meer mutaties in mediaan week 24 (p�0,012).