Vertaling van "groupe naproxène " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Définition: Trouble caractérisé par la présence d'un comportement dyssocial ou agressif (répondant aux critères généraux cités en F91.- et non limité à un comportement oppositionnel, provocateur ou perturbateur), se manifestant chez des enfants habituellement bien intégrés dans leur groupe d'âge. | Délinquance de groupe Délits commis en bande Ecole buissonnière Troubles des conduites, type en groupe Vols en groupe
Omschrijving: Gedragsstoornis met aanhoudend dissociaal- of agressief-gedrag (volgens de algemene criteria uit F91.- en niet louter bestaand uit opstandig, uitdagend en storend gedrag) bij personen die over het algemeen goede aansluiting vinden bij hun peer group. | Neventerm: | gedragsstoornis, groepsgebonden vorm | delicten in het kader van bendelidmaatschap | groepscriminaliteit | spijbelen | stelen in groepsverband

produit contenant du lansoprazole et du naproxène
product dat lansoprazol en naproxen bevat

produit contenant du naproxène et du sumatriptan
product dat naproxen en sumatriptan bevat

produit contenant du naproxène sous forme rectale
product dat naproxen in rectale vorm bevat

produit contenant de l'ésoméprazole et du naproxène
product dat esomeprazol en naproxen bevat

produit contenant du misoprostol et du naproxène
product dat misoprostol en naproxen bevat

produit contenant du naproxène
product dat naproxen bevat

intoxication accidentelle par le naproxène
accidentele intoxicatie door naproxen

produit contenant du naproxène sous forme orale
product dat naproxen in orale vorm bevat

produit contenant du naproxène et de la pseudoéphédrine
product dat naproxen en pseudo-efedrine bevat

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Groupe de médicaments NAPROXEN TEVA (naproxène sodique) est un médicament anti-inflammatoire non stéroïdien (AINS).
Geneesmiddelengroep NAPROXEN TEVA (natriumnaproxen) is een niet-steroïdaal anti-inflammatoir middel (NSAI).

Chez l’enfant de moins de 2 ans, les produits contenant du naproxène ou du naproxène sodique sont contre-indiqués, car leur innocuité n’a pas été établie dans ce groupe de patients.
Producten die naproxen of natriumnaproxen bevatten, zijn tegenaangewezen bij kinderen jonger dan 2 jaar, aangezien de onschadelijkheid ervan in die leeftijdsgroep niet werd bepaald.

L’analyse intermédiaire des résultats a montré une incidence accrue d’accidents cardio-vasculaires dans le groupe qui prenait du naproxène, par rapport au groupe placebo; l’incidence de problèmes cardio-vasculaires n’était pas plus élevée dans le groupe sous célécoxib que dans le groupe placebo.
Bij tussentijdse analyse was er een hogere incidentie van cardiovasculaire accidenten in de naproxengroep dan in de placebogroep; in de celecoxibgroep was er geen verhoogde incidentie van cardiovasculaire problemen t.o.v. placebo.

Une incidence accrue d’infarctus du myocarde a été observée dans le groupe sous rofécoxib par rapport au groupe sous naproxène (0,4% versus 0,1%) [La Revue Prescrire 20, 485 (2000); Pharmaceutical Journal 264, 835 (2000)].
Men vond dat de incidentie van myocardinfarct hoger was in de rofecoxibgroep dan in de naproxengroep (0,4% versus 0,1%) [La Revue Prescrire 20, 485 (2000); Pharmaceutical Journal 264, 835 (2000)].

Chez les personnes âgées de 60 ans et plus, l’incidence des ulcères gastroduodénaux était respectivement de 3,3% (IC 95% 1,3-6,7%) versus 30,1% (IC 95% 24,0-36,9%) dans le groupe VIMOVO (n=212) et dans le groupe naproxène gastrorésistant seul (n=209).
In ouderen ≥ 60 jaar was de incidentie van gastro-duodenale ulcera 3,3% (95% CI 1,3-6,7%) versus 30,1% (95% CI 24,0-36,9%) voor respectievelijk de VIMOVO groep (n=212) en de groep van alleen maagsapresistent naproxen (n=209).

Chez les utilisateurs de LDA, l’incidence des ulcères gastroduodénaux était de 4,0% (IC 95% 1,1-10,0%) dans le groupe VIMOVO (n=99) versus 32,4% (IC 95% 23,4-42,3%) dans le groupe naproxène gastro-résistant seul (n=102).
Bij gebruikers van LDA was de incidentie van gastro-duodenale ulcera 4,0% (95% CI 1,1-10,0%) in de VIMOVO groep (n=99) versus 32,4% (95% CI 23,4-42,3%) in de groep van alleen maagsapresistent naproxen (n=102).

Ceci peut expliquer la faible fréquence (seulement chez 15% des patients inclus) d’effets indésirables gastrointestinaux dans le groupe traité par naproxène.
Dit kan de geringe frequentie (slechts bij 15% van de geïncludeerde patiënten) van ongewenste gastro-intestinale effecten bij de naproxengroep verklaren.

ibuprofène, naproxène ou diclofénac, médicaments appartenant au groupe des antiinflammatoires non stéroïdiens (AINS)
ibuprofen, naproxen of diclofenac, geneesmiddelen die bekend staan als niet-steroïdale ontstekingsremmende middelen (NSAID’s)

Les effets indésirables étaient moins fréquents dans le groupe traité par la prednisolone. Dans une autre étude randomisée sur une période de 5 jours, la prednisolone par voie orale à raison de 35 mg par jour a été comparée au naproxène à raison de 500 mg 2 fois par jour.
In een andere gerandomiseerde studie over een periode van 5 dagen werd prednisolon 35 mg per dag per os vergeleken met naproxen 500 mg 2 maal per dag.