Il est recommandé de surveiller le potassium et la créatinine une semaine après l’initialisation du traitement et après toute augmentation de la dose de spironolactone, puis mensuellement les 3 premiers mois, ensuite trimestriellement pendant un an, et enfin tous les 6 mois.
Het wordt aanbevolen om kalium en creatinine één week na het begin van de behandeling en één week na elke verhoging van de spironolactondosis en dan maandelijks gedurende de eerste 3 maanden, dan per kwartaal gedurende een jaar en ten slotte elke 6 maanden op te volgen.