Traduction de «des antidépresseurs tricycliques ou des neuroleptiques peut renforcer » (Français → Néerlandais) :

Le traitement concomitant par le baclofène, l'amifostine, des antidépresseurs tricycliques ou des neuroleptiques peut renforcer l'effet antihypertenseur et induire une hypotension artérielle.
Gelijktijdig gebruik met baclofen, amifostine, tricylische antidepressiva of antipsychotica kan het bloeddrukverlagend effect versterken en leiden tot hypotensie.

L'association à d'autres vasodilatateurs (par ex., les inhibiteurs de la PDE5 tels que le sildénafil [Viagra ® ]), aux antagonistes du calcium, aux inhibiteurs de l’ECA, aux bêta-bloquants, aux diurétiques, aux antihypertenseurs, aux antidépresseurs tricycliques et aux neuroleptiques, peut renforcer l'effet hypotenseur de Nitroderm TTS, comme le fait également l’alcool.
Combinatie met andere vasodilatatoren (bvb. PDE5-remmers zoals sildenafil [Viagra ® ]), calcium antagonisten, ACE-remmers, beta-blockers, diuretica, antihypertensiva, tricyclische antidepressiva en neuroleptica kan het hypotensief effect van Nitroderm TTS versterken, zoals ook alcohol dat doet.

Antidépresseurs tricycliques / neuroleptiques / anesthésiques L’utilisation concomitante de certains médicaments anesthésiques, d’antidépresseurs tricycliques et de neuroleptiques peut donner lieu à une réduction supplémentaire de la tension sanguine (voir rubrique 4.4).
Tricyclische antidepressiva/antipsychotica/anaesthetica Gelijktijdige gebruik van bepaalde anaesthetische middelen, tricyclische antidepressiva en antipsychotica en ACE remmers kan resulteren in een verdere verlaging van de bloeddruk (zie rubriek 4.4).

Antidépresseurs tricycliques/antipsychotiques: les IEC peuvent renforcer les effets hypotenseurs de certains antidépresseurs tricycliques et antipsychotiques (voir rubrique 4.4).
Tricyclische antidepressiva/antipsychotica: ACE-inhibitoren kunnen de hypotensieve effecten van bepaalde tricyclische antidepressiva en antipsychotica versterken (zie rubriek 4.4).

Il convient d'être prudent lorsque l'on utilise conjointement d'autres médicaments capables d'abaisser le seuil convulsif, par exemple des antidépresseurs (antidépresseurs tricycliques, ISRS), des neuroleptiques (phénothiazines, thioxanthènes et butyrophènones), de la méfloquine, du bupropion et du tramadol.
Voorzichtigheid is geboden bij concomitant gebruik met andere geneesmiddelen die de epilepsiedrempel kunnen verlagen (bv. antidepressiva, (tricyclische antidepressiva, SSRI’s), neuroleptica (fenothiazines, thioxanthenen en butyrofenonen), mefloquine, bupropion en tramadol).

Il convient donc de se montrer prudent lors de l'utilisation simultanée d’autres médicaments réduisant ce seuil (p. ex. les antidépresseurs [antidépresseurs tricycliques, ISRS], les neuroleptiques [phénothiazines, thioxanthènes et butyrophénones], la méfloquine, le bupropion et le tramadol).
Voorzichtigheid is geboden bij gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen die de drempel voor convulsies kunnen verlagen (bv. antidepressiva [tricyclische, SSRI’s], neuroleptica [fenothiazinen, thioxanthenen en butyrofenonen], mefloquine, bupropion en tramadol).

Les antidépresseurs tricycliques et les neuroleptiques peuvent inhiber mutuellement leur métabolisme.
Tricyclische antidepressiva en neuroleptica kunnen elkaars metabolisme remmen.

Ces substances comprennent la plupart des antidépresseurs (antidépresseurs tricycliques, inhibiteurs sélectifs de la recapture de la sérotonine), les neuroleptiques (phénothiazines et butyrophénones), la méfloquine, le bupropion et le tramadol (voir rubriques 4.4 et 5.1).
Tot deze middelen behoren de meeste antidepressiva (tricyclische antidepressiva, selectieve serotonineheropnameremmers), neuroleptica (fenothiazinen en butyrofenonen), mefloquine, bupropion en tramadol (zie rubrieken 4.4 en 5.1).

Les médicaments ayant des effets atropiniques comprennent les antidépresseurs tricycliques, la plupart des antihistaminiques H1 atropiniques, les anticholinergiques, les antiparkinsoniens, les antispasmodiques atropiniques, le disopyramide, la phénothiazine, les neuroleptiques et la clozapine.
Geneesmiddelen met atropineeffecten zijn tricyclische antidepressiva, de meeste H1-atropine-antihistaminica, anticholinergica, antiparkinsonmiddelen, atropine-antispasmodica, disopyramide, fenothiazineneuroleptica en clozapine.

Twynsta peut augmenter l'effet de diminution de la pression artérielle d'autres médicaments utilisés pour traiter la pression artérielle élevée ou des médicaments ayant un potentiel hypotenseur (par exemple baclofène, amifostine, neuroleptiques ou antidépresseurs).
Twynsta kan het bloeddrukverlagende effect versterken van andere geneesmiddelen die worden gebruikt om hoge bloeddruk te behandelen of van geneesmiddelen met een bloeddrukverlagend potentieel (bv. baclofen, amifostine, neuroleptica of antidepressiva).