1a. All border guards and other personnel of the Member States, as well as the staff of the Agency and its liaison officers, shall, prior to their participation in operational activities organised by the Agency or, in the case of liaison officers, to their deployment in a third country, have received training in relevant EU and international law, including fundamental rights and access to international protection.
Alle grenswachten en overig personeel van de lidstaten, alsmede het personeel van het Agentschap en zijn verbindingsfunctionarissen, hebben, voordat zij deelnemen aan door het Agentschap georganiseerde operationele activiteiten of, in het geval van verbindingsfunctionarissen, voordat zij in een derde land worden ingezet, een opleiding ontvangen betreffende de internationale en EU-wetgeving ter zake, waaronder de grondrechten en toegang tot internationale bescherming.