In particular, the decree in question does away with the distinction between waste which can be accepted at non-dangerous waste tips and that which cannot, which in practice means that waste, including toxic waste, can be delivered to sites to which it should not. It classifies sites at which waste awaiting treatment is stored for over a year (and even over 3 years) as ‘waste facilities’, when these are quite simply tips. It permits the construction of waste tips without geological barriers, or with geological barriers that fail to meet the relevant standards, and allows the practice of the mixing and dilution of waste.
Het wetsdecreet heeft met name de volgende consequenties: het onderscheid tussen aanvaardbaar en niet-aanvaardbaar afval op stortplaatsen voor ongevaarlijk afval wordt opgeheven, waardoor in de praktijk ook giftig afval gestort zal worden op lokaties waar dat niet zou horen; lokaties waar afval gedurende een jaar (en soms wel meer dan drie jaar) wordt opgeslagen in afwachting van verwerking, worden “installaties” genoemd, terwijl het in feite om stortplaatsen gaat; het wordt mogelijk stortplaatsen a
an te leggen zonder geologische barrières of met niet-toereikende geologische barrières, en ook wordt het mogelijk om afval te vermengen en
...[+++] te verdunnen.