Traduction de «freeing existing posts » (Anglais → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

early retirement | freeing of existing posts | one-off early retirement | termination of service
afvloeiing

carriage paid | free of carriage charges | free of charge | post free
franco vracht | portvrij | vrachtvrij

carriage paid | post free
franco vracht

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

12. Reiterates its call for a comprehensive revision of the Posting of Workers Directive; believes, moreover, that the fight against precarious employment must be a top priority; urges the Commission to work on directives on atypical work and restructuring; strongly underlines the deterioration of working conditions within the transport sector, particularly in the road and aviation sector, and asks the Commission to address them without delay; hopes that the implementation of the Youth Guarantee, including support from the Youth Employment Initiative, will start to bear fruit and expresses its willingness to support any initiative, including any financial initiative, to strengthen this EU programme; calls on the Commission to come forward with a ‘Child Guarantee’ scheme (similar to the Youth Guarantee) to ensure that no child is left behind and that every child in poverty has access to free healthcare, free education, decent housing and adequate nutrition; calls on the Commission also to develop a proposal for Social Protection Floors, ensuring a decent level of social protection throughout a person’s life, notably through basic income schemes, access to education and affordable housing, universal access to adequate health care and universal access to affordable good-quality child care; insists on the need to revise the existing directive on maternity leave;
12. herhaalt zijn verzoek om een uitgebreide herziening van de detacheringsrichtlijn; meent voorts dat de bestrijding van onzekere dienstverbanden een centrale prioriteit moet zijn; roept de Commissie op te werken aan richtlijnen over atypische dienstverbanden en herstructurering; vestigt de aandacht op de verslechtering van de arbeidsomstandigheden binnen de vervoerssector, met name in het weg- en luchtverkeer, en vraagt de Commissie hier onverwijld iets aan te doen; hoopt dat de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie, met inbegrip van de steun uit het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief, vrucht zal beginnen af te werpen; verklaart zijn steun aan alle initiatieven, ook financiële, waarmee dit programma kan worden versterkt; vraagt de Commissie een 'kindergarantie' uit te werken, vergelijkbaar met de jongerengarantie, om ervoor te zorgen dat we geen enkel kind in de kou laten staan en dat alle kinderen die in armoede leven toegang hebben tot gratis gezondheidszorg, gratis onderwijs, degelijke huisvesting en gezonde voeding; vraagt de Commissie eveneens een voorstel voor socialezekerheidsniveaus te ontwikkelen, om mensen tijdens hun hele leven te verzekeren van een fatsoenlijk niveau van sociale bescherming, met name via een basisinkomensstelsel, toegang tot onderwijs en betaalbare huisvesting en universele toegang tot adequate gezondheidszorg en betaalbare kinderopvang van goede kwaliteit; benadrukt dat de huidige richtlijn inzake moederschapsverlof moet worden herzien;

2. Member States are free to apply existing, and to conclude new, bilateral arrangements concerning administrative cooperation and mutual assistance between their competent authorities as regards the application and monitoring of the terms and conditions of employment applicable to posted workers referred to in Article 3 of Directive 96/71/EC, in so far as these arrangements do not adversely affect the rights and obligations of the workers and companies concerned.
2. De lidstaten mogen bestaande bilaterale overeenkomsten inzake de administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand tussen hun bevoegde instanties bij de toepassing en monitoring van de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG vermelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers toepassen en nieuwe overeenkomsten afsluiten, op voorwaarde dat deze overeenkomsten de rechten en verplichtingen van de betrokken werknemers en bedrijven niet negatief beïnvloeden.

47. Welcomes the fact that some in the business sector used the UN Rio+20 summit to advocate a new global convention on corporate responsibility within the UN system; believes that although such a convention is probably some years away, the EU should constructively engage in the debate; believes, nevertheless, that such discussions must not distract policy-makers in business and government from proceeding with the implementation of existing CSR instruments as a matter of urgency; draws attention to the fact that there are different models for how new forms of global governance in relation to CSR might emerge in addition to the UN system, for example by promoting the growth of the OECD Guidelines among non-members or through a free-standing initiative by like-minded governments; calls for the EU, the Commission and the Member States to develop and advocate specific proposals for a concrete and verifiable business contribution to be agreed as part of the proposed UN sustainable development goals post-2015;
47. is ingenomen met het feit dat het bedrijfsleven de VN-topconferentie Rio+20 heeft benut om te pleiten voor een nieuwe globale conventie inzake de verantwoordelijkheid van bedrijven binnen het VN-systeem; is van oordeel dat de EU, hoewel het waarschijnlijk nog enkele jaren duurt voordat een dergelijke conventie wordt gerealiseerd, op constructieve wijze aan het debat moet deelnemen; is niettemin van mening dat dergelijke discussies beleidsmakers in de bedrijfs- en overheidswereld er niet van mogen weerhouden dringend over te gaan tot de tenuitvoerlegging van bestaande MVO-instrumenten; vestigt de aandacht op het feit dat er verschillende modellen bestaan met betrekking tot de vraag hoe nieuwe vormen van mondiale governance in verband met MVO tot stand kunnen komen in aanvulling op het VN-systeem, bijvoorbeeld door bevordering van de verspreiding van de OESO-richtsnoeren onder niet-lidstaten of via een afzonderlijk initiatief van gelijkgestemde overheden; roept de EU, de Commissie en de lidstaten op tot het ontwikkelen en promoten van specifieke voorstellen voor overeenstemming over een concrete en verifieerbare bijdrage van het bedrijfsleven aan de voorgestelde VN-doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling na 2015;

48. Welcomes the fact that some in the business sector used the UN Rio+20 summit to advocate a new global convention on corporate responsibility within the UN system; believes that although such a convention is probably some years away, the EU should constructively engage in the debate; believes, nevertheless, that such discussions must not distract policy-makers in business and government from proceeding with the implementation of existing CSR instruments as a matter of urgency; draws attention to the fact that there are different models for how new forms of global governance in relation to CSR might emerge in addition to the UN system, for example by promoting the growth of the OECD Guidelines among non-members or through a free-standing initiative by like-minded governments; calls for the EU, the Commission and the Member States to develop and advocate specific proposals for a concrete and verifiable business contribution to be agreed as part of the proposed UN sustainable development goals post-2015;
48. is ingenomen met het feit dat het bedrijfsleven de VN-topconferentie Rio+20 heeft benut om te pleiten voor een nieuwe globale conventie inzake de verantwoordelijkheid van bedrijven binnen het VN-systeem; is van oordeel dat de EU, hoewel het waarschijnlijk nog enkele jaren duurt voordat een dergelijke conventie wordt gerealiseerd, op constructieve wijze aan het debat moet deelnemen; is niettemin van mening dat dergelijke discussies beleidsmakers in de bedrijfs- en overheidswereld er niet van mogen weerhouden dringend over te gaan tot de tenuitvoerlegging van bestaande MVO-instrumenten; vestigt de aandacht op het feit dat er verschillende modellen bestaan met betrekking tot de vraag hoe nieuwe vormen van mondiale governance in verband met MVO tot stand kunnen komen in aanvulling op het VN-systeem, bijvoorbeeld door bevordering van de verspreiding van de OESO-richtsnoeren onder niet-lidstaten of via een afzonderlijk initiatief van gelijkgestemde overheden; roept de EU, de Commissie en de lidstaten op tot het ontwikkelen en promoten van specifieke voorstellen voor overeenstemming over een concrete en verifieerbare bijdrage van het bedrijfsleven aan de voorgestelde VN-doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling na 2015;

26. Calls for a holistic, balanced and forward-looking approach to EU industrial policy, aimed at developing a strong, competitive, coherent, efficient and diversified industrial base and where innovation, research, competition, Single Market, trade and environmental policies are coordinated; considers that key objectives should be to promote job creation and the international competitiveness of European enterprise, intelligent restructuring and dialogue with employees, a sustainable economy and free choice in technology options and mobility of researchers; calls for immediate application of smart regulation principles in independent impact assessments, including ‘competitiveness proofing’ for new legislation, an SME test to ensure a more friendly regulatory environment for small business and reduced administrative burdens, sustainability proofing in line with EU climate, energy, resource efficiency and recycling objectives, and ex-post ‘fitness checks’ for existing legislation;
26. wenst dat het industriebeleid van de EU gekenmerkt zal zijn door een op het geheel gerichte, evenwichtige en vooruitziende benadering met als doel de ontwikkeling van een sterke, concurrerende, coherente, doeltreffende en gediversifieerde vestigingsplaats voor industrie waar de beleidsvormen voor innovatie, onderzoek, mededinging, interne markt, handel en milieu gecoördineerd worden; ziet als kerndoelstellingen het scheppen van banen en de bevordering van de concurrentiekracht in internationaal verband van Europese ondernemingen, een intelligente herstructurering en een dialoog met de werknemers, een duurzame economie en een vrije keus in technologische mogelijkheden en mobiliteit van onderzoekers; dringt aan op onmiddellijke toepassing van intelligente regelgevingsbeginselen en onafhankelijke effectbeoordelingen, waaronder een „concurrentietest” voor nieuwe wetgeving, een MKB-test om een vriendelijker regelgevingsmilieu voor kleine ondernemingen en geringere administratielasten, duurzaamheidscontrole overeenkomstig de EU-doelen ten aanzien van klimaat, energie, efficiënt hulpbronnengebruik en recycling, en geschiktheidstests achteraf voor de bestaande wetgeving;