3. Auxiliary staff of the European Communities may opt to be subject to the legislation of the Member State in whose territory they are employed, to the legislation of the Member State to which they were last subject or to the legislation of the Member State whose nationals they are, in respect of provisions other than those relating to family allowances, the granting of which is governed by the conditions of employment applicable to such staff.
3. De hulpfunctionarissen van de Europese Gemeenschappen mogen met betrekking tot andere bepalingen dan die betreffende de kinderbijslag, waarvoor een bijzondere regeling geldt, kiezen tussen toepassing van de wetgeving van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan zij werkzaam zijn, en toepassing van de wetgeving van de Lid-Staat waaraan zij het laatst onderworpen waren of van de Lid-Staat waarvan zij onderdaan zijn.