1. As regards the processing of personal data which are or have been supplied pursuant to this Decision, each Member State shall guarantee a level of protection of personal data in its national law at least equal to that resulting from the Council of Europe Convention for the Protection of Individuals with regard to Automatic Processing of Personal Data of 28 January 1981 and its Additional Protocol of 8 November 2001 and in doing so, shall take account of Recommendation No R (87) 15 of 17 September 1987 of the Committee of Ministers of the Council of Europe to the Member States regulating the use of personal data in the police sector, also where data are not processed automatically.
1. Elke lidstaat waarborgt met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens die uit hoofde van dit besluit worden of zijn verstrekt, in het nationale recht een gegevensbeschermingsniveau dat ten minste overeenstemt met datgene dat voortvloeit uit het Verdrag van de Raad van Europa van 28 januari 1981 tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens en het daarbij behorende Aanvullend Protocol van 8 november 2001, en houdt daarbij rekening met Aanbeveling R (87) 15 van het Comité van ministers van de Raad van Europa aan de lidstaten over het gebruik van persoonsgegevens op politieel gebied van 17 september 1987, ook wanneer de gegevens niet geautomatiseerd worden verwerkt.