Traduction de «SGEI » (Anglais → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

service of general economic interest | SGEI [Abbr.]
dienst van algemeen economisch belang

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

This means that any public funding that is covered by the 2005 SGEI Decision, but not the 2012 SGEI Decision, would, from 31 January 2014 onward, need to fulfil both the requirements laid down in Section 4.2 of the 2005 Aviation Guidelines and the provisions of the 2012 SGEI Framework.
Dit betekent dat overheidsfinanciering die onder de DAEB-beschikking van 2005 valt, maar niet onder het DAEB-besluit van 2012, vanaf 31 januari 2014 zowel moet voldoen aan de eisen in punt 4.2 van de richtsnoeren luchtvaartsteun van 2005 als aan de bepalingen van de DAEB-kaderregeling van 2012.

The provisions in Articles 4, 5, 6 of the 2005 SGEI Decision would also be observed given that the compensation was granted to the company in connection with correctly defined SGEIs and entrusted to So.Ge.A.AL by one or more entrustment acts, and that such compensation did not exceed what was necessary for the provision of the SGEIs.
Er zou ook zijn voldaan aan de artikelen 4, 5 en 6 van de DAEB-beschikking van 2005, aangezien de onderneming werd gecompenseerd voor correct vastgestelde DAEB's die aan So.Ge.A.AL werden toegewezen via een of meer toewijzingshandelingen, en dergelijke compensatie niet hoger was dan nodig voor de verlening van de DAEB's.

For example, even if an SGEI is fully affordable it will not meet the requirements of Protocol No 26 if a high level of quality and safety is not assured or if it is not universally accessible to national citizens, or indeed if no distinction is made between different geographical, social or cultural situations within the country of if a national authority prohibits an SGEI in a case where, under national law or custom, a regional or local authority is entitled to establish such an SGEI, thus contravening their essential role and wide discretion.
Zo beantwoordt een volledig betaalbare DAEB niet aan de vereisten van Protocol 26 indien er geen hoog niveau van kwaliteit of veiligheid wordt gegarandeerd, of indien de toegang niet algemeen voor de burger van de lidstaat in kwestie bevorderd wordt, maar ook als er nationaal geen verschil wordt gemaakt bij onderscheiden geografische, sociale of culturele situaties, of indien bijvoorbeeld de nationale autoriteit een DAEB onmogelijk maakt terwijl een regionale of lokale autoriteit volgens de nationale wet of gebruik het recht heeft die bepaalde DAEB in te stellen, daarmee hun essentiële rol en ruime discretionaire bevoegdheid schendend.

The changes to the rules on SGEIs introduced by the Treaty of Lisbon have weakened the European dimension of SGEIs rather than strengthened it, in favour of national competences (2).
Daarbij komt dat de wijzigingen met het Verdrag van Lissabon in de EU-DAEB-regeling eerder de Europese invalshoek hebben verzwakt dan verstevigd ten opzichte van de nationale bevoegdheden (2).

Whatever the interpretation, though, the answer to those questions, just like Protocol No 26(1), is clear and simple and corresponds to the interpreted article: in each case the relevant national, regional or local authority enjoys, as part of its competence to create SGEIs, wide discretion in defining the various arrangements for each SGEI.
Maar het antwoord daarop is bij alle interpretaties, zo ook Protocol 26, lid 1, eenvoudig en vanzelfsprekend, nl. hetzelfde als van het geïnterpreteerde artikel, in casu is de desbetreffende nationale, regionale of lokale autoriteit bevoegd de verschillende relativiteit voor diverse DAEB's te bepalen.

Primary responsibility for commissioning, providing, financing and organising SGEI rests with the Member States – a principle enshrined in Protocol No 26 TFEU. The EU treaties thus place particular emphasis on the broad discretion enjoyed by national, regional and local authorities within the Union in relation to SGEI.
De verantwoordelijkheid voor het aanbieden, verzorgen, financieren en organiseren van DAEB's ligt in de eerste plaats bij de lidstaten, hetgeen is neergelegd in Protocol nr. 26 bij het Verdrag van Lissabon. Hiermee wordt de ruime discretionaire bevoegdheid van de nationale, regionale en lokale overheden in de EU bij diensten van algemeen economisch belang in de EU-Verdragen duidelijk onderstreept.

12. Stresses that the specific nature of SGEIs is recognised in Article 14 TFEU and Protocol 26 annexed to the Treaty of Lisbon, and recognises the special role of national, regional and local authorities in this connection; stresses that reform of the EU rules on state aid for SGEI is only part of the necessary clarification of the legal provisions which apply to SGEI through a European consistent legal framework; notes that any legal instrument will have to ensure satisfactory legal certainty; calls on the Commission to bring forward by the end of 2011 a communication with measures designed to ensure that SGEI and SSGI have a framework enabling them to perform their tasks, as it undertook to do in the Single Market Act;
12. onderstreept dat in artikel 14 van het VWEU en in het aan het Verdrag van Lissabon toegevoegde Protocol nr. 26 het specifieke karakter van DAEB's erkend wordt en erkent de bijzondere rol van de nationale, regionale en lokale overheden; onderstreept dat de hervorming van de EU-staatssteunregels voor DAEB's slechts een deel vormt van de noodzakelijke verduidelijking van de wetsbepalingen betreffende DAEB's via een samenhangend Europees wetgevingskader; merkt op dat alle rechtsinstrumenten voor voldoende rechtszekerheid moeten zorgen; vraagt de Commissie om, zoals zij in de Single Market Act heeft toegezegd, vóór eind 2011 een mededeling te presenteren met maatregelen om DAEB's en SDAB's een kader te geven dat ze in staat stelt hun taken te vervullen;

31. Welcomes the Commission's intention to introduce a ‘de minimis’ rule in respect of state aid to undertakings entrusted with the operation of SGEI where the locally limited scale of the activity means that only a negligible impact on trade between Member States is likely and where it is ensured that the compensation is used exclusively for the operation of the SGEI in question; asks the Commission to assess whether SGEI in the field of culture and education should also be the subject of a special arrangement;
31. is ingenomen met het voornemen van de Commissie om bij staatssteun voor met het verrichten van DAEB's belaste ondernemingen een de-minimisregel in te voeren waar gezien het lokale karakter van de taak slechts te verwaarlozen gevolgen voor de handel tussen de lidstaten te verwachten zijn en zeker is dat de compensatie alleen wordt gebruikt voor het functioneren voor de DAEB in kwestie; verzoekt de Commissie te beoordelen of ook DAEB's in de sector cultuur en onderwijs bij een speciale regeling zouden moeten worden betrokken;

5. Welcomes the Commission's move to provide further clarifications on the distinction between non-economic and economic activities in the context of SGEI, in order to create greater overall legal certainty, and to avoid cases being brought before the European Court of Justice and infringement proceedings opened by the Commission; calls on the Commission to provide further clarification regarding the fourth criterion which the European Court of Justice stated in the Altmark judgment and to ensure that the method of calculation of reasonable profit is clear enough and appropriate to the diversity of SGEI; calls on the Commission, therefore, to avoid a closed list; suggests that, in doing so, the Commission should not confine itself to reiterating the case law of the European Court of Justice but should provide determining criteria to help understand and apply the concepts used; asks the Commission to elaborate its understanding of a genuine SGEI;
5. is verheugd over het voornemen van de Commissie om de definitie van niet-economische en economische activiteiten in de context van DAEB's te verduidelijken teneinde meer rechtszekerheid te verschaffen en klachten bij het Hof van Justitie van de EU en door de Commissie ingeleide inbreukprocedures te voorkomen; verzoekt de Commissie nadere toelichting te geven over het vierde criterium dat het Hof van Justitie in het arrest-Altmark hanteert, en ervoor de zorgen dat de methode voor de berekening van redelijke winst voldoende duidelijk is en aangepast is aan de verscheidenheid van DAEB's; vraagt de Commissie daarom geen limitatieve lijst te gebruiken; stelt voor dat de Commissie zich niet beperkt tot het simpelweg herhalen van de rechtspraak van het Hof van Justitie, maar relevante criteria verschaft om de gehanteerde begrippen te begrijpen en toe te passen; vraagt de Commissie in detail toe te lichten wat zij onder een echte DAEB verstaat;