4. Notes that world total final energy consumption grew from 4 549 Mtoe in 1973 to 6 646 Mtoe, an increase of 46.1% over 25 years; notes that EU consumption is projected to grow by 22% in the period 1990 to 2020 and concludes that with demand rising faster in the world outside the EU, particularly in non OECD countries, there will be increased competing demand from third countries for the energy needed by EU Member States; and draws the conclusion from this that the EU must make efforts to ensure energy demand does not rise as forecast.
4. merkt op dat het uiteindelijke totale energieverbruik in de wereld van 4.549 Mtoe in 1973 is toegenomen tot 6.646 Mtoe, ofwel een stijging van 46,1% in 25 jaar, stelt dat het EU-verbruik volgens de prognoses in de periode 1990 tot 2020 met 22% zal toenemen en concludeert dat, gezien de snellere toename van de vraag buiten de EU, met name in de OESO-landen, er een toenemende concurrerende vraag van de derde landen zal zijn naar de energie die de EU lidstaten nodig hebben; komt op basis hiervan eveneens tot de slotsom dat de EU moet trachten de energiebehoefte niet, zoals wordt voorspeld, te laten toenemen.