Vertaling van "Purchasing power loss " (Engels → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

loss of purchasing power | purchasing power loss
daling van de koopkracht | koopkrachtverlies

excess of purchasing power | excess purchasing power | excessive purchasing power | surplus purchasing power
koopkrachtoverschot

fall in the value of money | loss of purchasing power | monetary erosion
geldontwaarding

purchasing power parity
koopkrachtpariteit

purchasing power
koopkracht

Loss of power in limb
spierzwakte van extremiteit

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Purchasing power loss for EU civil servants: - 2.2%.
Koopkrachtverlies van de EU‑ambtenaren: - 2,2%.

Purchasing power loss for EU civil servants: - 2.0%.
Koopkrachtverlies van de EU‑ambtenaren: - 2,0%.

However, in the light of the current crisis, we also need to address an equally important and relevant priority, namely that of responding to much more immediate concerns that are uppermost in people’s minds, which include the declining competitiveness of the EU economy, the general decline in purchasing power, job losses and the increasingly fierce competition from outside the EU. So the most important thing that this report needs to do is to address this loss of confidence across the EU.
In het licht van de heersende crisis moeten wij echter ook een andere prioriteit stellen die net zo belangrijk en relevant is, namelijk het vinden van oplossingen voor de meer directe problemen die de mensen het meest bezighouden, zoals het slinkende concurrentievermogen van de Europese economie, het brede verlies aan koopkracht, de afname van de werkgelegenheid en de steeds hevigere concurrentie van buiten de EU. In dit verslag moeten wij daarom vooral oplossingen aandragen voor deze vertrouwenscrisis in de hele EU.

This is a below inflation rise that implements the -1.1% loss of purchasing power.
In deze stijging, die lager is dan de inflatie, is het koopkrachtverlies van -1,1% verwerkt.

So exactly the same loss of purchasing power is applied to EU civil servants, wherever they are based and whatever EU institution or agency they work for.
Ditzelfde percentage wordt vervolgens toegepast op de salarissen van de EU-ambtenaren, ongeacht hun standplaats en ongeacht de instelling of het agentschap waarvoor zij werken.

In total, the loss in EU officials' purchasing power between 2004 and 2011 is -7.6%.
Tussen 2004 en 2011 is de koopkracht van de EU-ambtenaren in totaal met -7,6% gedaald.

5. Notes that manroland before its insolvency employed 6,500 workers and that it was a modern manufacturer of machinery with modern know-how and attractive pay rates; considers that the break-up of this enterprise (with a loss of one third of its workforce) will cause a loss of skills, potentially affecting other employers and the regions concerned; considers that workers finding a new job will have to accept a lower wage level, which will in turn reduce their purchasing power and the cash-flow within the local economy; considers that the three regions will in addition lose one of the most influential employers, with no immediate prospect of an equivalent successor arising in the near future;
5. merkt op dat manroland vóór zijn insolventie 6 500 werknemers in dienst had en een moderne machineproducent was met moderne knowhow en aantrekkelijke lonen; is van mening dat de ontmanteling van deze onderneming (met een verlies van een derde van haar arbeidskrachten) een verlies van vaardigheden met zich zal brengen, wat nadelige gevolgen kan hebben voor andere werkgevers en de betrokken regio's; is van mening dat werknemers die een nieuwe baan vinden, lagere lonen zullen moeten accepteren, die op hun beurt hun koopkracht en de kasstroom in de plaatselijke economie zullen verminderen; is van mening dat de drie regio's bovendien een van de invloedrijkste werkgevers zullen verliezen en er geen onmiddellijk vooruitzicht bestaat op een gelijkwaardige opvolger in de nabije toekomst;

At the moment, all the surveys show that people are still worried about the loss of purchasing power and the fear that the risks of loss of purchasing power will materialise.
Op het moment wijzen alle enquêtes uit dat de mensen zich nog steeds zorgen maken over het verlies van koopkracht en de angst dat de risico’s van verlies van koopkracht werkelijkheid zullen worden.

That means a loss of prosperity, a loss of real wages, a loss of purchasing power.
Dat betekent verlies van welvaart, verlies van loon en verlies van koopkracht.