33. Highlights that in order to achieve the decarbonisation of the EU power supply in the long-term, there is a need to pursue closer integration with neighbouring countries and regions such as Norway, Switzerland and the southern Mediterranean; stresses that Europe can benefit from the development of the substantial renewable sources of energy in these regions to meet both local demand and, with the developme
nt of long-distance grid interconnections, a limited percentage of EU deman
d; notes that more interconnection will enable Member ...[+++]States to export and import renewable electricity to ensure a reliable energy supply, and to balance variable power generation such as wind; points out, in this context, that interconnection to Norway offers a particular advantage to the EU because it opens access to the significant electricity storage capabilities of Norwegian hydropower plants; 33. wijst erop dat er om op de lange termijn een koolstofarme elektriciteitsvoorziening van de EU te bereiken, nauwer moet worden samengewerkt met buurlanden en -regio's zoals Noorwegen, Zwitserland en het zuidelijke Middellandse Zeegebied; benadrukt dat Europa baat kan hebben bij de belangrijke bronnen van hernieuwbare energie die in die regio's worden ontwikkeld om aan de plaatselijke vraag tegemoet te komen alsook om, door de ontwikkeling van onderlinge netverbindingen over grote afstanden, een beperkt percentage van de vraag in de EU op te vangen;
merkt op dat betere interconnecties de lidstaten in staat zullen stellen hernieuwbare
...[+++] elektriciteit uit- en in te voeren om een betrouwbare energievoorziening te verzekeren en variabele bronnen voor het opwekken van elektriciteit, zoals wind, in evenwicht te brengen; wijst er in dit verband op dat interconnecties met Noorwegen een bijzonder voordeel voor de EU biedt, aangezien deze toegang bieden tot de grote electriciteitsopslagcapaciteit van de Noorse waterkrachtcentrales;