2. Without prejudice to data protection rules, Member States may introduce a storage medium (microchip) as part of the driving licence, as soon as the requirements concerning the microchip referred to in Annex I, which are designed to amend non-essential elements of this Directive, by supplementing it, are laid down by the Commission in accordance with the procedure referred to in Article 9(2).
2. Onverminderd de voorschriften inzake gegevensbescherming mogen de lidstaten in het rijbewijs een opslagmedium (microchip) inbouwen, zodra de specificaties voor de microchip in bijlage I, die strekken tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn en een aanvulling hierop vormen, door de Commissie zijn vastgesteld volgens de in artikel 9, lid 2, bedoelde procedure.