When the requirements of this Appendix are fulfilled by means of a special device (e.g. controlled mechanically by the suspension of the vehicle), it shall be possible, in the event of the failure of its control, to stop the vehicle under the conditions specified for secondary braking in the case of tractors; tractors authorised to tow a vehicle fitted wit
h compressed-air or hydraulic braking systems, it shall be possible to achieve a press
ure at the coupling head of the control line within the range specified in points 3.1.3 and 3.1
...[+++].4 In the event of failure of the control of the device on towed vehicles, a service braking performance of at least 30 % of that prescribed for the vehicle in question shall be attained.Als aan de voorschriften van dit aanhangsel wordt voldaan middels een speciale inrichting (bijv. mechanisch bediend door de ophanging van het voertuig), moet het bij een storing van de bediening van die inrichting mogelijk zijn het voertuig tot stilstand te brengen volgens de voorschriften voor de hulpremwerking in het geval van trekkers; voor trekkers die een voertuig met een drukluc
htremsysteem of een hydraulisch remsysteem mogen trekken, moet een druk aan de koppelingskop van de bedieningsleiding kunnen worden bereikt binnen het in de punten 3.1.3 en 3.1.4 aangegeven gebied. Bij een storing van de bediening van de inrichting op het g
...[+++]etrokken voertuig moet ten minste 30 % van de voor het voertuig voorgeschreven bedrijfsremwerking kunnen worden verkregen.