The Agency should refer in its work to fundamental rights within the meaning of Article 6(2) of the Treaty on European Union, including the European Convention on Human Rights and Fundamental Freedoms, and as reflected in particular in the Charter of Fundamental Rights, bearing in mind its status and the accompanying explanations.
Bij zijn werkzaamheden moet het Bureau refereren aan de grondrechten in de zin van artikel 6, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met inbegrip van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, zoals die met name tot uiting komen in het Handvest van de grondrechten, de status ervan in aanmerking genomen, en de bijbehorende toelichtingen.