(4) Jeder Mitgliedstaat darf pro Jahr gemäß den Absätzen 1, 2 und 3 Gutschriften nur in einer Menge verwenden, die 3 % der Treibhausgasemissionen des betreffenden Mitgliedstaats im Jahr 2005 entspricht, zuzüglich etwaiger Mengen, die gemäß Absatz 6 übertragen wurden.
4. Het jaarlijkse gebruik van kredieten door elke lidstaat overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 mag niet meer bedragen dan 3 % van de broeikasgasemissies van die lidstaat in 2005, vermeerderd met alle overeenkomstig lid 6 overgedragen hoeveelheden.