14. stellt fest, dass sich ein regionalpolitisches Stufenkonzept in Abhängigkeit vom politischen Fortschritt der Beitrittskandidaten auch als besondere Form einer EU-Mitgliedschaft oder eine aufgewertete „EWR+ Mitgliedschaft“ darstellen lässt;
14. constateert dat een gefaseerde aanpak in het regionaal beleid afhankelijk van de politieke vorderingen van de toetredingskandidaten ook de vorm kan aannemen van een bijzonder EU-lidmaatschap of van een opgewaardeerd "EER+"-lidmaatschap;