Der Rat trägt dazu zunächst vor, dass das Übereinkommen direkt auf das vom UNEP und von der FAO – also in einem nicht handelsrechtlichen Rahmen – eingerichtete freiwillige Verfahren vorheriger Information und Zustimmung zurückgehe und dass es die Le
itungsorgane dieses Programms und dieser Organisation gewesen seien, die zur Vorbereitung und Annahme des Übereinkommens die Konferenz der Vertragsparteien einberufen hätten und
die im Übrigen eine wesentliche Rolle bei dessen Ve ...[+++]rwaltung wahrnähmen, da nach Artikel 19 Absatz 3 des Übereinkommens „[d]ie Sekretariatsaufgaben im Rahmen dieses Übereinkommens . vom Exekutivdirektor des UNEP und vom Generaldirektor der FAO vorbehaltlich der zwischen ihnen vereinbarten und von der Konferenz der Vertragsparteien genehmigten Regelungen gemeinsam wahrgenommen [werden]“. De Raad merkt in dit verband ten eerste op dat dit verdrag rechtstreeks voortbouwt op de facultatieve procedure van de voorafgaande geïnformeerde toestemming die door UNEP en de FAO – zij het in een niet-commercieel kader – is ingevoerd en dat de leidinggeve
nde organen van dit programma en deze organisatie de Conferentie van de partijen hebben bijeengeroepen om het Verdrag van Rotterdam voor te bereiden en vast te stellen, welke organen overigens een bijzondere rol spelen in het beheer daarvan aangezien luidens artikel 19, lid 3, van dit verdrag „de taken van het secretariaat die verband houden met dit verdrag gezamenlijk worden uitgevoe
...[+++]rd door de directeur van UNEP en de directeur-generaal van de FAO, in overeenstemming met de regelingen die zij overeenkomen en die door de Conferentie van de partijen worden goedgekeurd”.