Der Leiter der Vertretung übt gegenüber allen zur diplomatischen und konsularischen Vertretung gehörenden Mitgliedern seine Direktions- und Koordinierungsfunktionen aus und achtet hierzu auf die Vertraulichkeit aller Informationen, die ihm erteilt werden (Artikel 10.1 beider Zusammenarbeitsabkommen).
Het hoofd van de zending oefent zijn leidinggevende en coördinerende functie uit ten aanzien van alle leden van de diplomatieke of consulaire zending en waakt te dien einde over het vertrouwelijk karakter van alle informatie die hem wordt gegeven (artikel 10.1 van beide samenwerkingsakkoorden).